55
Herinneringen aan fort Spijkerboor.
Ter gelegenheid van de jaarvergadering, in februari, is na de pauze een
videofilm vertoond over Fort Spijkerboor Na de aankondiging daarvan, in de
Chronyke van februari, liet de heer A. Keysper te Zwaag weten graag die
film te komen zien en er nog wat bij te vertellen. Omstandigheden maakten
dat hij uiteindelijk niet in de gelegenheic was die avond aanwezig te zijn in
"Het Rijperhuis". zodat hij, hetgeen hij had willen vertellen, ter elfder ure op
papier heeft gezet. Dat is het volgende:
"Mijn grootvader was in de periode van Wereldoorlog I een poosje betrokken
bij Fort Spijkerboor Hij heeft eerst in West-Graftdijk gewoond, op no. 21, en
ging dagelijks met zijn kruiwagen naar het fort. Bejaarden van nu ter plaatse
kunnen hem zich mogelijk nog herinneren Hij heette A. v.d. Burg.
Op het fort was destijds een zekere Van de Wakker de fortwachter. Mijn
moeder, Annie Hoek, vertelde mij eens da: Van de Wakker een zoon had, een
rotjong! In die mobilisatietijd mochten namelijk kinderen het overgebleven
eten van het soldatenmenu halen. Dat ging dan lopende, met een pannetje of
een emmertje, langs de Zuiddijk naar het fort. Het eten was heel goed. Er
dreef flink wat vet in. Maar de genoemde zoon van de fortwachter probeerde
altijd het pannetjt of het emmertje af te pakken en leeg te gooien, als hij de
kans schoon zag
Later zal hij wei over die jeugdzonde nebben nagedacht. Hij is namelijk
pastoor geworoen
In die mobilisatietijd maakte moeder kennis met Van den Burg, die
fortwachter werd na Van de Wakker. Mei zijn zoon is ze later getrouwd.
Mijn vader heeft enige tijd met zijn ouders (Van den Burg) bij het fort
gewoond. Hij vertelde dat die ouders enige tijd voor straf waren overgeplaatst
naar Spijkerboor. Dit omdat mijn grootmoeder militaire geheimen had
aangenomen en van commentaar had voorzien. In welke tijd dat was, weet ik
niet. Zij weraen nogal eens overgeplaatst.
Mijn andere grootvader, Daan Hoek sr., heeft tijdens de fortenbouw een
ongeluk gehad en er een moeilijk beweegbare arm van overgehouden. Aan
zijn benen daarentegen mankeerde niets. Gedurende ijswinters ging hij voor
anderen "spek rijden".
Zijn er onder de lezers van de Chronyke die dit verhaal kunnen aanvullen?
Gaarne aanbevolen!
A. KEYSPER,
Hoefijzerl05,
1689 VE Zwaag