36
Op een paar programmabladen wordt duidelijk hoe men dat effect bereikte:"
N.B. "reukloos" Bengaalsch vuur za! voor deze Tableaux worden gebezigd".
Er staat niet dat het ook rookloos was.
Tableaux vivants waren destijd zeer populair. Het waren opstellingen van
personen om bepaalde symbolieken uit te beelden. Levende beeldengroepen,
zou je het kunnen noemen.
Admiraal geeft in zijn aantekeningen een voorbeeld van zo'n symbolische
voorstelling door "Bato" op 14 januari 1902. Die heette "Gevallen voor de
Vrijheid" en stelde voor een grafmonument. "Op den achtergrond van een niet
te hoog voetstuk staat het ons bekende vrijheidsbeeld met lans en vrijheidshoed
en een lauwerkrans in den rechterhand. Op den voorgrond een gevallen strijder,
half liggend en wapen in den hand. Verder aangevuld met nog een of twee
personen, tesamen een mooi geheel vormend".
Het door Admiraal bedoelde bekende vrijheidsbeeld is niet het Amerikaanse
beeld, maar onze eigen "Naatje op de Dam".
De nacht
Ook van Jakob Blaauw zijn, in zijn handschrift, beschrijvingen van door hem
bedachte en geregisseerde tableaux. Zoals "De Nacht": De nacht, als
gevleugelde, gedrapeerde genius staat op een verhevenheid. Zij heeft op het
voorhoofd ene vergulde ster. Zij heeft de eene arm hoger dan de andere maar
toch beide in eene min of meer horizontale richting. Over die armen en om haar
heen ligt een sluier, die doorschijnend is en zoo mogelijk de geheele groep
overdekt. Voor en naast haar liggen, knielen en zitten vijf personen. Eén
slapende, de tweede lezende, de derde schrijvende, de vierde de handen
wringende, de vijfde opgewekt met beker in de hand"
Soms was een tableau vivant ontleend aan de Griekse mythologie, zoals
"Prometheus", een draaiend tableau. Blaauw beschrijft:"De titan (reus)
Prometheus had de menschen geschapen, maar om aan hun het genot van 't
vuur te geven roofde hij dat van den hemel (de Zon).
Prometheus staat met een regt been op de schijf; het andere been rust met de
voet of knie op eene verhevenheid, hij houdt de regter arm naar boven met een
(brandende?) fakkel in de hand. De linker arm naar beneden, mede met een
brandende fakkel. Om hem groepen zich vijf personen, allen in verschillende
houdingen (geknield, half liggend, enzovoort), zij houden allen in iedere hand
een fakkel (vetkaars) brandende. Allen draaijen zachtkens rond onder
opwekkende muziek.
Gevoel voor drama kan de bedenker van de tableaux niet worden ontzegd. Dat
blijkt wel uit zijn "Macht boven recht", waarvan de strekking was dat" de sterke
den zwakke zijn kind ontrooft,om het als slaaf weg te voeren"