97
Nieuwjaarswens uit 1879
Bij de kerstprent
De originele nieuwjaarsprent, waarvan hiernaast een reproduktie, is 34'A bij
22 cm. Deze is afkomstig uit de nalatenschap van Maarten Admiraal, geboren
in De Rijp en later wonende in Heemstede. De prent bevindt zich nu in het
archief van onze vereniging in het Grafter raadhuis.
Jan Tol was degene die de Rijpers anno 1879 zijn gedrukte nieuwjaarswens
aanbood. Volgens een aantekening van de heer Admiraal, rechtsonder, is
nachtwacht Tol opgevolgd door W. Braak als hoofd van de laatste wacht die
's nachts de ronde deed in het dorp.
De prent maakt duidelijk dat De Rijp een boekhandel rijk was in die tijd. Een
traditie die teruggaat tot in de 17e eeuw, zoals blijkt uit het boekje
"Doopsgezinden en de Gouden Eeuw van De Rijp" door drs. P.Visser (1992).
De kerstprent ziet er dit jaar wat anders uit dan in het verleden. Was u tot nu
toe gewend omstreeks de feestdagen van ons een topografische afbeelding te
ontvangen van een van de dorpen op het Schermereiland, ditmaal vindt u een
reproductie van twee 17de-eeuwse, in blauw gedecoreerde tegels bij de laatste
Chronyke van het jaar ingesloten. De voorstellingen zijn niet bepaald
alledaags; de ene tegel verbeeldt een zeemeermin met pijl en boog, de andere
een zeemeerman - of, zo u wilt, een triton, een zeegod uit het gevolg van
Neptunus - met op zijn rug een naakte vrouw, wellicht een gewone sterveling
die hij heeft ontvoerd.
Beide tegels behoren tot de verborgen schatten van het Rijper Museum "In 't
Houten Huis". Verborgen, omdat ze hun dagen slijten in het depot van het
museum en dus voor de doorsnee-bezoeker niet te zien zijn.
De tegels zijn van goede kwaliteit: de decoratie is voortvarend gepenseeld,
duidelijk het werk van geoefende tegelschilders. Die decoratie werd overigens
niet zomaar uit de hand geschilderd. De tegelschilder maakte gebruik van een
zogenaamde "spons", een sjabloon van papier. De contouren van de
voorstelling op de "spons" waren met een naald doorgeprikt. Door nu de
"spons" op de tegel te leggen en houtskoolstof door de gaatjes te stuiven, kon
de schilder de voorstelling op de tegel overbrengen en deze vervolgens met
een dun penseel natrekken. Deze werkwijze verklaart, waarom het kan
voorkomen dat men met enige regelmaat tegels vindt met nagenoeg identieke
voorstellingen. De tegels in het Rijper Museum, met hun vrij grote figuren en
kleine hoekornamentjes, dateren hoogstwaarschijnlijk uit de tweede helft van