no "De metaalstroken in het door mij uitgevonden systeem zijn echter afzonderlijk gehouden", aldus de heer Admiraal in zijn beschrijving, "waardoor de dikte daarvan geringer kan zijn en het opnemen en afstaan van de warmte sneller kan plaats hebben". Admiraal construeerde een aantal driehoeken, waarvan de schuine zijden uit messing bestonden en de basis zowel als de loodlijn op die basis van staal. De aanrakingspunten werden aan elkaar gesoldeerd. Bij temperatuursverhoging zetten de messing strippen meer uit dan de stalen lood-lijn, waardoor de veerkrachtige stalen basis zich moest krommen, (tekening I) Cornelis Admiraal vervaardigde een aantal van deze driehoeken en plaatste die rechts van een stalen strip, de lijn B-L in tekening II. Hierin stellen dus de lijnen B-C, C-F, F-G, G-J enz. de messingstrippen voor en de lijntjes C-D, G-H enz. de stalen strippen met het geringere uitzettingsvermogen. Aan de linkerkant van de strip B-L bevestigde hij driehoeken waarvan de schuine lijnen (A-D, D-E enz) van staal waren en de loodlijnen (E-F, I-J enz.) van messing. Qua samenstelling zijn de driehoeken rechts dus tegengesteld aan die van links. De punten A en B zijn vast verankerd in de bodemplaat van het instrument. Gaat nu de temperatuur stijgen, dan zetten B-C en C-F meer uit dan C-D. Het stukje B-F wordt krom getrokken in deze) vorm. Doordat het driehoekje, wat gevormd wordt door de punten ABD, van ijzer is en bovendien verankerd zit aan de bodemplaat, moet punt F naar links wijken. Het staafje F-E is van messing en zet sterker uit dan de stalen staafjes E-H en H-I. Daardoor wordt het punt H nog weer iets verder naar links getrokken dan punt F. De messing staafjes F-G en G-J zetten sterker uit

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1995 | | pagina 16