r NAJAARSDAQ. De Tuingracht ligt in gouden ochtendschi|n, En doet In zich de beeltenis verzinken Der smalle huizekens, die staan te blinken Of 'd oude kleuren schoon gewassen zijn. Het spieg'lend vlak wordt nauwelijks beroerd Door 't herfstig blad dat neerdwaalt uit de bomen. Een purp'ren vlinder, stervend neergekomen Tot straks de stroom het met zich medevoert. Het jonge licht draalt rond het kerkgebouw, Een milde glans uit nevelen gewonnen. Is ooit een najaarsdag zó schoon begonnen Die ziel en oog voor 't laatst verrukken woul Oing ooit zo stil, zo ongemerkt de tijd, Nu met het licht dat vochtig hangt te gloeien De trage uren als tot goud vervloeien, Als paar'len drup'lend in de eenwlgheidl J. Kostelijk-Bom.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1995 | | pagina 2