Het Gebouw en de Machinerie.
De Bouw
93
Bij de plaatsbepaling van het gemaal "Wilhelmina" liet men zich leiden door
het laagste punt in de polders A,B,C,D,E en F. Dat zou een goede toevoer
van water geven. Ook de nu bestaande Noordertocht was er gemakkelijk aan
te leggen. Het maken en verbreden en op diepte maken van de tochtsloten
werd opgedragen aan de firma Dikkerboom en Sijbrandy te Oudehaske uit
Friesland. In totaal werden over een lengte ven 25 kilometer sloten en tochten
uitgebaggerd.
De behuizing waarin het gemaal is ondergebracht kenmerkt zich door
invloeden van de Amsterdamse school o.a. door het gebruik van louter
baksteen. Het ontwerp is aangevuld met horizontalistische invloeden van de
Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright (1869-1959). Deze invloeden zijn
vooral terug te vinden in de lijnen van de evenwichtig verdeelde
raampartijen.
Als pompen werden gekozen twee Stork centrifugaalpompen dubbel suction,
splitcase met horizontale deling. De capaciteit van deze pompen was 85
kubieke meter per minuut bij een opvoerhoogte van 4,40 meter. De
aandrijving van de pompen geschiedde door middel van twee elektromotoren,
geleverd door de firma Smit Slikkerveer. Het waren sleep-ankermotoren met
borstelhefinrichting, met een vermogen 110 kw (150 pk) bij een netspanning
van 380 volt en een toerental van 284 omwentelingen per minuut. De verdere
elektrische installatie werd aangelegd door firma "Het Landbouwhuis" uit
Sneek.
Het polderbestuur besloot te beginnen met de bouw van het kleinste gemaal,
de "Emma" aan het einde van de Zuidertocht, in de gemeente Zuid- en
Noordschermer. Het bestuur hoopte dat daarna het verzet tegen de sloop van
de molens zou verminderen. Op 13 maart 1926 werd de aanbesteding van de
"Emma" gegund aan aannemer G. Kuiper te Hoogwoud. Bij de uitvoering en
bouw van de gemalen komen we steeds de naam D. Jongsma van
ingenieursbureau De Wit tegen. Hij onderhield de contacten met het
polderbestuur en de aannemers. Ook gaf hij vele adviezen en suggesties aan
het polderbestuur.
Op 28 april 1928 volgde de aanbesteding van de elektrische gemalen
"Juliana" in polder 3 en "Wilhelmina" in polder 1. De bouw van de "Juliana"
werd gegund aan aannemer D. Woud te Wormer, die van de "Wilhelmina"
aan A. v.d. Berg te Vianen. De gemeente Schermerhorn had op 8 mei 1928
per brief "de eer te berichten dat de toestemming is verleend tot de bouw van
een poldergemaal aan de Noorderwerf in onze gemeente". De brief was
ondertekend door burgemeester B. Meindersma en wethouder J. Los.