54 Discussie Toen de burgemeester de plannen in de gemeenteraad ontvouwde sprak hij eerst met voldoening over de welwillende medewerking die de Maatschappij al eerder had geboden. Hij hoopte dat met dit aanbod de "sints lang beraamde overeenkomst" kon worden bereikt. Het algemeen belang vorderde volgens hem deze uitbreiding en de bijdrage ad 1.000,-- betekende een betrekkelijk geringe opoffering. De huurprijs was ook geen bezwaar; deze zou door het Rijk worden vergoed. De Raad besloot de burgemeester te machtigen om van de heer Adolf Boonacker, in diens kwaliteit als directeur van de Maatschappij, in huur aan te nemen: "Twee aaneen verheelde huizen, staande aan de Noordzijde van de Regtestraat bewesten de Dam, met een gedeelte van het erf ten Oosten hiervan tot aan de schutting bewesten het perceel sectie B no. 76, met het vrije gebruik van het gemakhuisje en den walstoep gelegen aan het water achter deze gebouwen, voor zoolang als een Rijks Post- en Telegraafkantoor in deze gemeente gevestigd zal blijven en de Hooge Regeering toestaat om voorschreven perceelen voor dat doel te bezigen". Verbouwing Adolf Boonacker had intussen al een architect aangetrokken, de heer D.E.L. van de Arend uit Haarlem, die bestek en tekeningen maakte. Hijzelf deed op 29 maart 1871 een schrijven uitgaan aan de plaatselijke aannemers P. fIiIIe, J. Roda, M. Vredevoort, E. Appel, J. v.d. Roest, J. v.d. Lijn, C. Welker en K. Leguit, met de uitnodiging vóór 12 april in te schrijven. Het resultaat van de aanbesteding was dat het werk werd gegund aan J. v.d. Lijn en J. v.d. Roest, die het voor een bedrag van 4.400,— hadden aangenomen. Overeenkomstig het bestek werden bestaande voorgevels van beide huizen en de zijmuur van de te maken directeurswoning aan de tuinzijde (oostkant) tot op de fundering afgebroken. Daarvoor in de plaats werd een gezamenlijke lijstgevel opgetrokken, met portaal in het midden. Het voorgedeelte van de daken moest schuin afgenomen worden, zodat z.g. wolfseinden ontstonden. In het kantoorgedeelte werden de bestaande scheidingswanden weggebroken en een balie werd aangebracht ter lengte van 3,50 m. De wanden moesten worden behangen met eikehout-papier a 0,80 de rol. Aan alles was gedacht, maar ingeval toch enige extra werken zouden moeten worden verricht moest de aannemer dit verrekenen volgens voorgeschreven tarief. De genoemde prijzen komen ons nu vreemd voor. Een m3 wagenschot (eikehout) mocht b.v. 150,- - kosten; 1 m3 waalvormklinkers 20,—. Uurloon voor een timmerman was 0,17, voor een gewoon arbeider 0,13. Interessant is nog te vermelden dat de eerste steen voor deze bouw op 13 juli 1871 is gelegd door Henricus Boonacker, tienjarig zoontje van Adolf. De genealogie van de familie geeft aan dat deze Henricus in 1929 te Amsterdam overleed. Hij had het geschopt tot adjunct-directeur van de Amsterdamse posterijen! Afrekening Op de gestelde opleveringsdatum was het werk voltooid. Het bouwen was nog

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1995 | | pagina 9