52 gemeente. De Maatschappij bevestigde nog eens schriftelijk dat het perceel sectie B no. 70 gratis werd afgestaan. Bij de openbare aanbesteding werd aan timmerman P. Hille de inrichting opgedragen. De aanneemsom bedroeg 575,—. Daarvoor moest hij de voorkamer gereed maken tot seinkamer, de aanwezige kelder vullen met puin, de vloer repareren, voor de ramen slagluiken aanbrengen en verder zorgen voor een portaal, bodekamertje, privaat en keukentje met pomp en aanrecht. Het proces-verbaal van de aanbesteding werd getekend door burgemeester Van Bommel, wethouders W.l. de Wit en H. Boonacker, secretaris S. Appel en door de aannemer. De ingenieur van Waterstaat meldde op 18 augustus dat 14 telegraafpalen /ouden worden gesteld, grotendeels op grond van particulieren. Op gemeentegrond kwam I paal, op grond van Pieter Met I, bij Jan Veth 6, op het terrein van Lijsbeth Wijnhout Stein, weduwe van Reyer Groot 3 palen, bij P. Wals I, de Vennootschap van M. de Wit 1 en de Maatschappij Jan Boon 1 paal. Dit kon allemaal gebeuren op grond der wet van 7 maart 1853. Op 15 november 1868 werd het Rijkstelegraafkantoor in De Rijp officieel geopend. Tot beheerder-directeur was aangesteld J.H. Geerke. Legendarisch is het eerste telegram dat naar hier werd overgeseind. Adolf Boonacker ontving het van zijn broer Willem, advocaat te Amsterdam. Het luidde als volgt: "Wees vent content, hier rent voor dertig cent langs het nieuwe instrument ons aller compliment." Postkantoor Len voor de hand liggend vervolg was enkele jaren later het stichten van een postkantoor. De postzegel was gemeengoed geworden, de spoorwegen breidden zich uit en boden goede vervoersmogelijkheden. Op vele plaatsen in het land kwamen moderne postinrichtingen tot stand. Zijne Excellentie de Minister van Financiën had al jaren te kennen gegeven dat er getracht moest worden de benodigde lokaliteiten te vinden voor de uitbreiding van het postale bestel. Weer nam de Maatschappij het initiatief. Adolf Boonacker, die na de dood van zijn vader in 1870 directeur was geworden, stelde aan het gemeentebestuur voor om het bestaande telegraafkantoor met het perceel daarnaast te verenigen door middel van een gezamenlijke voorgevel en zodanig te verbouwen dat het geheel als post- en telegraafkantoor zou voldoen aan de wensen en ideeën van de minister. Aan de gemeente werd gevraagd een bedrag ineens van 1.000,-- voor de inrichting, een huurprijs te betalen a 200,— per jaar en het gebouw voor haar koste;, in voldoende staat te onderhouden.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1995 | | pagina 7