70
Dit laatste geschiedt op nadrukkelijke voorwaarde, dat dokter Ten Veldhuys
gespecificeerde nota's voor de tuinaanleg aan de raad zal moeten kunnen
overleggen.
In onze hedendaagse optiek schortte er veel aan het huis, maar het duurde toch
lang alvorens er weer flinke verbeteringen werden aangebracht. Tot een echt
grote verbouwing komt het pas in 1955 en wie vandaag gaat kijken ontwaart
nieuw aangebouwde stukken en zelfs een tweede dam naar het nieuwe
praktijkgedeelte. In 1974 vindt de raad, dat er geen noodzaak meer is om de
dokter over een ambtswoning te kunnen laten beschikken. Daarbij speelt
tevens het onderhouds-kosten-plaatje in de nabije toekomst een rol. Dokter
Hoek koopt het huis dan van de gemeente. Inmiddels staat het op naam van
dokter Hiemstra. Binnen afzienbare tijd is dit huis negentig jaar het
praktijkhuis, dat nu tevens een kadastrale scheiding tussen het woon- en
praktijkdeel kent.
Slotvaria
In het voorgaande is een aantal zaken niet of nauwelijks aan de orde geweest.
Voor een deel komt dat, doordat er ondanks gedane oproepen, weinig reacties
geweest zijn waardoor hiaten kunnen blijven bestaan. Daarnaast zijn er in de
gezondheidszorg de zogenaamde randgebieden, waar een dokter wel actief
betrokken kan zijn, maar waar vooral bewoners van een streek de organisatie
draaiend houden. Als voorbeeld hiervan noem ik het Witte Kruis, dat in 1875
werd opgericht door de toenmalige Noord-Hollandse Inspecteur van
Volksgezondheid en dat jarenlang een afdeling had in Oterieek. Dokter
Heringa was bijna vijftig jaar voorzitter van deze afdeling, die zich vooral
bezig hield met de bestrijding van besmettelijke ziekten. Een van deze ziekten
was tuberculose, die ook in de Schermer voorkwam. Door het ontbreken van
medicijnen trachtte men te genezen door rustkuren voor te schrijven, die
onder gunstige omstandigheden dienden plaats te vinden. Zo kwam het tot de
bouw van de zogenaamde tbc-huisjes. Gebouwd van hout, geheel uitneembaar
en staande op een draaischijf werden ze bij een tuberculosepatiënt voor enige
tijd in de tuin geplaatst. Aan de voorzijde waren ze open en men kon ze met
de zon meedraaien, zodat de zonne-energie en de frisse lucht hun genezende
werk konden doen. Van deze huisjes bestaan er in elk geval nog twee in
respectievelijk Stompetoren en Schermerhorn. Verplaatst werden ze
doorgaans op een platte boerenkar, die door een ingezetene ter beschikking
werd gesteld. Maar er waren meer hand- en spandiensten, die soms tegen een
kleine vergoeding plaatsvonden. Zo had dokter Ten Veldhuys een vaste
koetsier voor zijn ronde langs patiënten en er is tot op de dag van vandaag
zelfs nog een "kruidenloopster", die voor het rondbrengen van de medicijnen
zorgdraagt en dat al zo'n vijftig jaar doet!
De Schermer ontstond, doordat men de strijd tegen het water aanbond. In zo'n
drooggelegd gebied blijven echter altijd waterwegen aanwezig en daarin zijn
in de loop der jaren teveel mensen verdronken of bijna verdronken.
Dit verhaal, zou niet door mij geschreven kunnen zijn, wanneer mijn vader