67
De waarneming
Zoals in het vorige is terug te vinden, waren er aan het eind van de vorige
eeuw perioden, waarin er vanuit Oterleek geen medische verzorging mogelijk
was. Waarschijnlijk viel men dan terug op een arts van buiten de Schermer.
Ook het geloof zal een aantal inwoners van de Schermer hebben doen uitzien
naar medische hulp van buiten de polder. Het omgekeerde was eveneens het
geval. Een fraaie foto laat zien hoe dokter Ten Veldhuys met zijn koetsier
gezeten in het bespannen doktersrijtuig halt houdt voor het Regthuys in
Schermerhorn. alwaar hij visite reed. De poldergrens was echter geen
gemeentegrens. De gemeentegrens van Schermerhorn reikte ooit tot aan de
kerk in Stompetoren en dat is op een steenworp-afstand van het praktijkhuis.
Uit de beschikbare gegevens blijkt, dat er, op de semi-arts affaire na, tot zeker
na 1915 geen mogelijkheid was om bij ziekte of afwezigheid over een
waarnemer te beschikken. Zo vroeg dokter Ten Veldhuys eens drie dagen
afwezigheidsverlof aan bij de gemeente Oterleek, omdat er niet in een
waarneming van de praktijk voorzien kon worden.
Pas ten tijde van dokter Heringa komt de waarneming op gang, maar
eenvoudig was dat niet. De slechte wegen in de polder, het moeizame
transport per fiets of motorfiets en de afstanden vormden belemmeringen. Je
verzocht toen alleen om waarneming in dringende omstandigheden. Uit
Hensbroek hielp dokter Cohen wel eens en vanuit De Rijp kwamen soms
dokter Schermerhorn en dokter Hildebrand de helpend hand reiken. Na de
tweede wereldoorlog werd het vervoer per auto ineens veel eenvoudiger en
ontwikkelde zich een waarnemingsregeling met artsen uit Beemster en De
Rijp. die ook hedentendage nog bestaat. Een uitzondering hierop vormen de
bevallingen, die niet alleen door artsen maar ook door vroedvrouwen verricht
worden. Zoals eerder gesteld, speelde de gemeente Schermerhorn hier een rol.
In 1872 werd Maria Peper als vroedvrouw eervol ontslagen door de
gemeenteraad van Schermerhorn. Na een sollicitatieprocedure volgt in 1877
de benoeming van Aaltje Zomer, aan wie in 1902 eervol ontslag verleend
wordt. Vanuit Stompetoren worden vervolgens veel bevallingen geleid door
de huisartsen en het is dokter Hoek, die in 1972 als verloskundige mevrouw
Appel aantrekt voor vijf huisartsen in de regio. Vanaf 1990 praktizeert zij
zelfstandig in De Rijp.
De ambtswoning voor de gemeentearts
Als dokter Van Leijden in 1886 in Oterleek wordt aangesteld als
gemeentearts, woont hij in Schermerhorn. De gemeenteraad van Oterleek wil
hem liever in de Schermer hebben en koopt daartoe in 1887 in Stompetoren
van C. Groot voor 4.250,-- het in 1884 gebouwde en thans nog bestaande
woonhuis aan de Noordervaart 130. Dokter Van Leijden huurt dit huis dan
voor 260,— per jaar. Een foto uit 1920 laat fraai het huis en het echtpaar Ten
Veldhuys bij de voordeur zien, met links nog iets van de houten serre-
aanbouw, waarin zich de apotheek bevond. De eerste werd veel later
afgebroken en ook het fraai gesneden gevelhout is inmiddels veranderd.