28
Via hem ben ik bij de firma Iepenga in Hoorn beland. Die verrichtte veel werk
voor het PEN, zoals het vervangen van palen voor het elektrische net. Er werkten
meer onderduikers. Ik was inmiddels voorzien van nieuwe papieren, volgens
welke ik in Wormen eer woonde. De mensen op het betreffende adres waren op
de hoogte, zodat ze mijn verblijf daar bij eventuele nav raag konden bevestigen.
Roestplekken...
Eén van de eerste klussen was in Assendelft. Tenvijl we onder leiding van Jan
Rozendaal bezig waren palen te verwisselen, woedde daar op een keer een
luchtgevecht in de omgeving van Schiphol. Eén van de vliegtuigen, een Duitse
jager, stortte neer. De vlieger sprong eruit, maar zijn parachute ging niet open.
De man viel te pletter op ons palen-lager. Telkens als we nadien een nieuwe paal
haalden, zat er een vreemde roestplek op: het bloed van die man.
Op een andere keer. terwijl we een gat spitten voor een nieuwe bokpaal, aan een
zijweg met een brede berm, zei één van m'n maats: "Kijk eens wat ik hier heb:
hier hebben ze er een koud gemaakt". Hij was al spittend op een menselijke
schedel gestoten. Terwijl we verder gingen met ons graafwerk, vonden we een
hele massa schedels en beenderen
Jan Rozendaal zei: "Jongens, stoppen. Dit moeten we aangeven, straks komt er
politie en misschien de moffen. Dus jullie wegwezen". Er werd onderzoek naar
gedaan. Het bleek een massagraf te zijn uit de tijd van de inval van de Russen en
de Engelsen, die tegen de Fransen hadden gevochten.
In de hoogspanning.
Een andere keer waren we bij Schagen aan het werk. Er waren 's morgens
honderden vliegtuigen over gegaan naar Duitsland, 's Middags keerden ze terug.
Op zeker moment, zeker een uur later, kwam er opeens nog een bommenwerper
aan. ongeveer 400 meter hoog. Er sprong een man uit. Het vliegtuig maakte een
bocht en er kwamen er nog zes uit. Het vliegtuig bleef in een cirkel vliegen en
dook opeens op zijn kant, er kwam rook uit en het stortte neer. Intussen was de
achtste man, vermoedelijk de captain, er ook uitgesprongen, maar de arme donder
kwam in de hoogspanning terecht en kwam om het leven.
Thuis, aan de Noordervaart - we woonden waar eertijds de kaasfabriek "De
Voorwaarts" heeft gestaan, waar nu Henk Loots woont - heb ik ook eens zo'n
bommenwerper zien aankomen. Een vliegend fort Heel laag en héél langzaam.
Ik meen dat er nog maar één van de vier motoren normaal liep, één langzaam en
de andere twee geheel niet. Opeens viel er wat naar beneden. Het dwarrelde al
tuimelend in het koolzaadveld wat naast ons huis lag.
Wij, mijn vriend en ik, er heen. In het veld stond Leo Overloop, die bij die boer
werkte. Hij riep: "Ik heb het al". Het was een deur van het vliegtuig, met één
zwart geblakerde scharnier - daar was dus een granaatinslag geweest - en een
blanke verse breuk aan het andere.
Heel spannend was dat er drie jagers om die bommenwerper zwermden.