22 zijn familie een zekere welstand kende. In de transportregisters van Uitgeest komen we hem tegen wanneer hij op 29 mei 1697 een gedeelte van een erf koopt, groot 39i roeden, belend ten oosten het kerkje en ten westen de verkoper "hebbende de verkooper een vrij pat met deze er ve gehadt tot aent huys van den kooper, hetwelk met deze coope is komen te cesseren"Jan Besse kocht dus een stuk buurman's erf, onder andere om van buurman's geloop tot zijn eigen deur af te zijn. Notabel man Op 1 november 1718 komt Jan Besse voor op de schepenrol van Uitgeest, als hij wordt aangesteld tot poldermeester van het Markerveld. Drie jaar later wordt hij ook molenmeester van de polder het Woud en op 19 februari 1726 wordt hij benoemd tot armenvoogd te Markenbinnen. Uit een en ander blijkt dat hij boer is met eigen land, maar daarnaast was hij ook fabrikant van zeildoek of, zoals dat toen heette, "rolreder". Dat laatste blijkt uit onder meer de stukken van een proces dat voor het Hof van Holland werd gevoerd en die zich bevinden in het Rijksarchief te Den Haag. Dat proces werd gevoerd na zijn dood en betrof zijn gel delijke nalatenschap. Daarover later meer. Uit de processtukken blijkt onder andere dat Jan Besse heke laars, spinners en wevers in dienst had. Daaruit valt ook te verklaren dat hij aandeel had in hennepkloppermolens. Zijn rolrederswaren liet hij merendeels kopen en verkopen door zijn schoonzoon Sijbrand Kaars, die getrouwd was met zijn dochter Aagt Uit een aantakenboekje van Jan Besse blijkt dat hij in 1740 uit deze nering had ontvangen 2000 en in 1741 op 8 mei 1830 en 14 stuivers, tesamen dus 3830,70. Voor die tijd een aanzienlijk bedrag. In een getuigenverklaring van genoemd proces van 28 juni 1743 komt voor dat Jan Besse in 1741 en 1742 aan een buurman had verteld dat hij voor zijn rollen ter somma van zeven- of achtendertighonderd gulden nog geen geld had gezien en dat deze penningen wel door zijn schoonzoon Sijbrand Kaars waren ontvangen, maar dat die ze nog niet aan hem had uitbe taald. Dat is zeer waarschijnlijk het zelfde bedrag wat in het aantekenboekje staat vermeld. Onduidelijk is waarom het daar dan wel als ontvangen voor rollen zeildoek wordt vermeld, maar dat kan, te goeder trouw ook wel zijn gedaan in de ver wachting dat het geld wel zou komen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1995 | | pagina 24