13 Om zes uur kon Om zeven Mijn Jet is er o§( Mijn Nel Om tien uur koi Om elf k En als 'k om Dan heb 'k mijn Tarara bomdié, Je hebt plei Zoo'i Hij is op Een ieder h n Lientje, mijn Sientje, sicuur, reeds om negen uur. jn Fietje, mijn Sofietjê t Fort betreed, heel goed besteed. aan met Henkie mee, n pret, lijkt ons net. t ;n No. 24. Kei nut in 't dorp. Ons Keessie hem iout begaan geweest, er medelij, II ij- Die van ditjeluk leest! heeft zes da lang gebromd, Doch nu Zooiets had Keeig nooit gedaan. 't Was voor Zijn straftijd z Kees is nou Hij ziet zijn Dat maakt Kees liet ze Zes da Zooiets heeft 't Was vooi Wordt Keessie Dan kruipt Daar slikt ie En poa Maar gaat ie Dan roep „Zooiets heeft 't Was voor Dit is de van teksten fort Spijkert eerste keer. nu weer op, weer vrij. graag terug, o, zoo blij, ten es er weer. n buiten schuld, allemaal, nog nooit gedaan, eerste maal. et Fort eens ziek, n den Stal zure drank, onder tal. teval om zeep, allemaal nog nooit gedaan, :rste maal". 1 aflevering de revue van 1914-1918. VIERDE AKTE. Het vierde bedrijf verplaatst ons in een inkwartieringsdorp en geeft ons een indruk, welk een eigenaardige afwisseling de aan wezigheid van militairen hier verwekt, 't Is hier spel, dans en gezang van den vroegen morgen tot den laten avond. Ieder meisje is in haar hart soldaat mee en kent evengoed de appèls als de Jantjes zelf. Kees Knut maakt op een bijzondere manier duidelijk, hoe de bezetting van 't fort soms als sneeuw voor de zon wegsmelt. Een journalist komt op en toont op aanschouwelijke wijze aan, hoe men tegenwoordig aan copie komt. Evenals alle dorpen met Belgische vluchtelingen werden overstroomd, zoo ook zien we hier een schare van die mannen en vrouwen binnenkomen, die onder het zingen van de «Vlaamsche Leeuw" trouw beloven aan hun Vaderland. Henkie -weet aardig met de meisjes van het dorp om te springen. De danspartij wordt wreed verstoord door de opkomst van een dienaar van het gezag, die het dansen in den mobilisatietijd niet toe mag staan en met behulp van zijn mannetjes de straat wil ontruimen. Gelukkig blijken ze van de vreedzaamste soort te zijn enj laten zich door Kees overhalen om eens mee rond te hossen. Aan 't slot van het bedrijf verschijnen de Vredesengel en God Mars en geeft de laatste zich gewonnen. Hij erkent, dat het Nederlandsche volk geen oorlog wil en steeds op de Vredesengel blijft vertrouwen. No. 22. De Copie van den hedendaagschen journalist. Ik ben een kind van Neêrlandsch bloed. 'k Heb heel wat durf en heldenmoed. Journalistiek is mijn bestaan, 'k Heb heel wat zaken afgedaan. Waar of ik ook mijn schreden wend, In ied're plaats ben ik bekend. In Maasland of in Schie, Ja, overal vind ik copie. Ik ben een zoon van God Appol, Ik breng de vrouwen 't hoofd op hol, Waar of ik mij op straat beweeg, In stad of dorp, langs plein of steeg, Bij vrouwen heb ik 't nooit verbruid; Ik lok steeds liefdescènes uit, Met Nellie of met Fie; Ik maak op die manier copie. Zijn soms de tijden eens wat schraal, Dan zoek ik hulp in een schandaal. Al scharrel ik ook nog zoo lang De tijden maken mij niet bang Heb ik geen nieuwtjes voor de krant, Dan maak ik herrie bij een klant. Krijg ik op mijn phiselomie, Ik krijg op die manier copie.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1995 | | pagina 15