115
Oosteinde 46: hier had M.C. van Voorden een metaalwarenfa-
briek.
Oosteinde 44 werd bewoond door graanhandelaar C.Nat. Willem
Hartog, die daarnaast woonde, was eendenhouder. De weduwe
Kostelijk had op Oosteinde 40 een dropwinkeltje. Nummer
38 was de levensmiddelenwinkel van Dirk Rijkes. Waar nu no.36
is, woonde toen Fie van Voorden, een zuster van M.C.
Jacob Muller, schipper op de Koophandel 5 van de firma Vis
ser, woonde op 34. De schrijver Jan Mens wijdde aan hem een
reportage "Boodschappenjongen van de Zaan" en gebruikte hem
als "model" van de schipper in het boekje wat hij schreef als
vervolg en verantwoording op zijn Griet Manshande-trilogie
Naast Muller woonde D.Bruntink, de hoefsmid, pal naast de
meelfabriek "De Hoop".
Oosteinde 28 werd bewoond door Gees Nat. Ze nam het je niet
in dank af, als je onophoudelijk met een balletje tegen de
houten wand van "De Hoop" knalde. Later, toen zij in de buurt
de enige bezitster van een t.v.-toestal was, keek ik bij
NAJAARSSTORMEN
Er laait een gouden vreugde door de wereld,
De bomen slaan de rode vlammen uit,
De witte wolken razen langs de hemel,
Vol donk're schoonheid is het stormgeluid.
Een sterke stroming stuwt en slaat de golven
Met driftig druisen tot een zilv'ren brand.
Waar 't gretig riet, hartstochtelijk bewogen
En zingend meegolft langs de oeverrand.
Er stormen klanken, kleuren door de wereld
Een machtig bruisen van verganklijkheid
Grijpt onsin't hart nu mogen mensenzwijgen,
Spreekt slechts natuur in haar verheven strijd
Wat deert het of de laatste bloem'gebroken,
Het purper blad vertrapt ligt in de goot.
Er laait een gouden vreugde door de wereld
Te mogen sterven een zó schone dood.
J. Kostelijk-Bom
(Nadruk verboden)