111
J; - T.
Jan Nomes Dz.
altijd met veel geld op
zak liep.
Op een avond, rond het
jaar 1862, liep hij weer
eens met veel geld op
zak langs het kerkhof te
Purmerend op weg naar
huis, toen hij door twee
rovers werd overvallen.
In het gevecht dat ont
stond, sloeg hij een van
de overvallers dood. De
andere nam de vlucht.
Tijdens de worstelimg was
Jan zo hard op zijn keel
geslagen, dat hij aanvan
kelijk niet eens kon ver
tellen wat er precies
was gebeurd. Ook later
kon hij een tijdlang moei
lijk praten. Volgens het
verhaalwerd hij nooit meer de oude en trok hij zich de dood
slag zo aan, dat hij nog geen jaar erna plotseling aan een
keelaandoening over1eed.
Dit verhaal doet al vele jaren de ronde in de familie, maar
is nooit bewezen. Een dergelijke overval zou toch op zijn
minst, vooral in de tijd toen overvallen en berovingen nog
geen dagelijkse kost waren, de kranten hebben gehaald. Een
onderzoek in de plaatselijke krant uit die periode bracht
echter tot nu toe geen licht in deze zaak.
Van Elsje Busing's dochter Aaltje (mijn grootvader was bij de
dood van zijn vader nog geen 4 jaar oud) hoorde mijn grootmoe
der nog dat Elsje na de dood van haar man totaal ontredderd
achterbleef en zo in de war was, dat zij een tijdlang niet
meer wist wat zij deed. Zo bewaarde zij geld en papieren in de
kachel, vergat dan dat deze daar lagen en stak alles in
brand. Op deze wijze moeten veel familiepapieren verloren zijn
geraakt. Zo ook de familiebijbel. Enige waarheid is hier wel
aan toe te kennen, gezien het feit dat een "gered" blad uit
deze bijbel brandgaten vertoont.
Elsje vergat zelfs dat zij redelijk vermogend was en wilde
niet langer in Purmerend blijven wonen. Zij vertrok met haar
twee kinderen naar Den Haag, waar haar zuster woonde, en