De dorpsweg in Schermerhorn 80 Het dorp Schermerhorn geniet de - enigszins twijfelachtige - eer dat het met name wordt genoemd in een Westfriese uit drukking: "De koffie gaat over Schermerhorn". Deze uitdruk king bedoelt slechts te zeggen dat de koffie staat te prut telen. Tegelijkertijd wordt er mee gezegd dat de dorpsstraat "puur hobbelig" was. Een gezelschap dat per rijtuig over die dorpsstraat ging werd flink door elkaar gehusseld terwijl het rijtuig bolderde en bonkerde als de koffie in een perculatorpot In 1688 maakte de toenmalige dijkgraaf van de Beemster er ge wag van dat de weg door Schermerhorn zo slecht was dat er i heel wat kazen sneuvelden, die door Beemster boeren naar de Alkmaarse kaasmarkt werden gereden. De klacht van de dijkgraaf hield mede verband met de slechte financiële situatie van het Schermerhornse dorpsbestuur. Die was er oorzaak van dat de twee Schermerhornse bruggen, over de Schermerringvaart en de Beemster ringvaart in vervallen toestand verkeerden. Dit was geconstateerd door de dijkgraaf van de Schermer, jhr. W.van Egmont vander Nieuburgh, die tegens stadsbestuurder van Alkmaar was. Hij concludeerde alzo dat de regenten van Schermerhorn in gebreke waren, terzake van het verplichte onderhoud van beide bruggen. De Schermerhorners gaven daarop te kennen dat zij wel bereid waren tot dat onderhoud, maar dat de financiële middelen ontbraken. De dijkgraaf van de Beemster deed daarop het voorstel, dat beide waterschappen het herstel van de bruggen voor hun rekening zouden nemen mits die van Schermerhorn hun dorps weg zouden herstellen. En inderdaad: Schermer bouwde anno 1688 een nieuwe brug aan de westkant van het dorp eh Beem ster bekostigde een nieuwe brug aan de oostkant. Maar beide waterschappen wilden hun kosten achteraf toch verhalen op de Schermerhornse gemeenschap en dat kostte heel veel moeite. De stad Alkmaar bleek echter bereid 400 subsidie aan Schermerhorn toe te kennen, waarmee de schuld aan de Scher- meer voor een deel kon worden afgelost. De Schermeer nam het restant van de kosten voor eigen rekening. Dat Alkmaar - ongetwijfeld op voorspraak van de stadsregent en dijkgraaf Van Egmont vander Nieuburgh - tot die subsidie bereid was, kwam door het handelsbelang wat de stad had bij een goede verbinding met de Beemster.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1994 | | pagina 8