bis. bis. 85 /ij hebben van tsympathie, Vroolijk steeds |e melodie, ls Molpan strakskken gaat, Ligt de cantinelp straat, ls ik niet meer irt besta, Dan sjouwt weier ons na, ls 'k niet meer liier of koek Bestellen z' aanti uitgangsbroek. voel mij reeds Hij stapt liet fo liet mij kieken Met een soldatebp 't haar. ien droeg ons d; Korp'raal of ser oor d' een bereidUe saus Voor and'ren stjl de kous! soldaat, el cordaat. k waar, t op de hand, iemand had 't land, I gjk oo rolt de tijd Daar in dat mo oor elk heb ik Ieder wordt dot st(t; end rij leven daar In pais en in ns hart blijft ste 't Refreintje klin voort, atenoord, 'lijk woord, spel bekoord, r tevreê ut de heele armee, Spijkerboor. Is nog in ons oor. No. 17 lieve Catrientje, gt door je scho' beeld volgt me 3f ik zit, of ik 3, lieve Catrien, n zoo van stree rt geeft zich ni Dat is onlangs daan met de oppen met de 3, lieve Cato, 3, lieve Cato, di spi h' tr leliedje. akt me haast dol, tmijn hersens op hol, waar ik ook ga, k hang, of ik sta, st mij eens zien, ïur d' heele week. e ook 'DEIiDE AKTE." Het derde bedrijf speelt weer op het fort en zet in met een krachtige permissie-marsch. Een heele troep van permissiegangers staat aangetreden voor het bureau van den fortcommandant en tracht door den cadans in zijn melodie lauwen en onverschilli gen op te wekken om mee te doen aan hun actie voor verlof, liet 16e tafereel is een afspiegeling van 't gemoed van den Nederl. Soldaat. De pachter van de cantine gaat met zijn Echt- genoote het fort verlaten, omdat de soldaten-cantines in eigen beheer over moeten gaan. Evenals 't scheiden steeds smart ver oorzaakt, doet ook dit vertrek het soldatenhart pijn en zingt men het echtpaar, dat bijna 10 maanden lief en leed met de soldaten heeft gedeeld, een afscheidslied toe. Vervolgens krijgen we de scène van de 3 toffe jongens. Men ziet hoe de post op het fort wordt uitgedeeld en welke emoties de ontvangstvar.de brieven verwekt. God Mars komt met den kapitein op en laat zich door dezen over de forttoestanden inlichten. Hij ziet de voetballers uittrekken en ziet zich aan 't eind van dit bedrijf weer voor de Vredesengel geplaatst, die hem nogmaals in naam van Neérland's welvaart smeekt heen te gaan. Mars gevoelt zich hier op het fort vaster dan ooit. waar hij meent in zijn rijk te zijn. Toch laat de Vredesengel hem niet los en wijst hem op de soldaten, die met hun hart by hun gezin zijn en niets liever willen, dan onmiddellijk naar hunne haardsteden terug te keeren. Aan 't slot nog een verheerlijking van de lente, die door meisjes wordt uitgevoerd in Meidos. We hebben een Kapitein, die telt er voor twee, Daar komen we af en toe wel eens op de thee, Je portret hangt boven mijn krib, mijn lief, Alle vrinden om me heen, die hebben je lief. O, lieve Catrien, ze motten je zien. Je blik is zoo zacht, ze vinden j' een pracht. No. 17 a. Ziekenmarsch. Wij staan hier met elkander aangetreden, Met gebroken leden, ta, ta, ta, ta, Wij zijn kazernezieken van professie, Slikken menig flessie, ha, ha, ha, ha! Je moet patent zijn, vol temperament zijn, Een beetje van die tra, la, la, la, la, la, la. al wordt 't beschoten Nerf nog besloten, et davert in 't rond ze de schenen bont, kiet van stroo, bij ons zoo. Wij moeten nu in deze slechte tijden Aan alles lijden, ta, ta, ta, ta! Wij laten onze felle pijnen stillen, Slikken heel wat pillen, ha, ha, ha, ha! Je moet patent zijn, vol temperament zijn, Een beetje van die tra, la, la, la, la, la, la,

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1994 | | pagina 13