33
ervoor rlat het 's winters niet gauw koud werd. Omstreeks
1919 werd het huis gesloopt
Rampspoed sloeg het gezin uit elkaar. In september 1918 ver
dronk moeder, toen zij samen met vader tijdens stormachtig
weer het Kruiswerk overstak in een bootje met schapen. Door
het bewegen van de schapen raakte het bootje uit balans en
sloeg om. Alleen vader kon zich redden. Na het ongeluk werd
hij echter steeds zwaarmoediger. Enkele jaren later overleed
hij.
Trijntje was inmiddels (1918) in huis gekomen bij een oom en
tante; het kinderloze echtpaar Spaarman, waar zij goed opge
vangen werd. Daan (Daniël) Spaarman was directeur van het
Rijper postkantoor. Zijn vrouw, Trijntje Oortwijn, was een zus
ter van Trijntje's moeder.
In 1932 trouwde Trijntje Ruiter met Jan van Tol (geboren 18
augustus 1900), zoon van Simon van Tol en Jannetje Veth.
Schoonvader Simon van Tol werkte als vrachtrijder voor de
houtzagerij en houthandel van Laf eber. Met een met twee paar
den bespannen wagen werd het hout uit de loods aan het Oost
einde naar de klanten gebracht. Dat was soms wel eens een
dag heenrijden en een dag terug. Naast die loods bij de Beem-
sterbrug stonden een huis en een paardestal. In het huis was
vóór het kantoortje on achter de woning van Van Tol. Het
werk bij Laf eber leverde Van Tol zes gulden per week op.
Omdat hij ook voor de paarden zorgde, kreeg hij nog een gulden
extra.
Lafeberdie zelf aan de Rechtestraat woonde (nu nummer 66,
het huis van bakker Zomerdijk)was niet bepaald een sociaal
voelend werkgever. Toen hij er rond 1915 mee stopte, was al
les wat hij tegen zijn arbeiders zei, zoiets als: "Jullie kun
nen jezelf wel redden". Maar armoe was het, ook vooi die
zeven gulden in de week. Om wat bij te verdienen hielp Simon
van lol wel e.ens mee in de uitspanning "De Eendracht" aan de
overkant van het Oosteinde. Ook met palingvissen verdiende
hij er wat bij. Hij had vergunning om fuiken uit te zetten ach
ter zijn huis, in de westelijke helft van de Beemster ring
vaart en in de eerste en tweede sloot ten noorden van het
Oosteinde.
Tweeenvijftig jaar hebben Jan en Trijntje van Tol aan de
Tuingracht gewoond, op nummer 24. Uit dat huis was aan het