De knechtswoning van molen de Haas 30 en andere herinneringen van Trijntje van Tol-Ruiter Bij mijn naspeuringen naar de geschiedenis van de houtzaagmo lens op het Schermereiland kwam ik bij mevrouw Van Tol in de Mieuwijdt terecht. Aan de hand van hetgeen zij mij vertelde en van enkele aanvullingen van haar zoon Daan-Jan van Tol uit Sint-Pancras heb ik het volgende op papier gezet. Trijntje Ruiter, nu de weduwe T.van Tol-Ruiter, werd op 1 mei 1905 geboren. Omstreeks 1914 trok zij met haar ouders, Jan Ruiter en Maart je Oortwijn, en haar broer Klaas in de voorma lige knechtswoning van de houtzaagmolen "De Haas" aan het Zuideinde van De Rijp. Het erf van die molen is nu nog op de zuidwesthoek van de kruising Zuideinde-Bernhardstraat te herkennen als een uitsparing in de allereerste nieuwbouwwijk van het dorp, waar een tijdje Van der Heijde zijn slagerij had. Mijn kinderen noemden hem "de slager met de koe", omdat er 'n aantal jaren een levensgrote koe, uit een plaat hout gezaagd en levensecht geschilderd, de ingang van het erf flankeerde. Waarom verhuisde het gezin Ruiter naar deze woning, die he lemaal aan het randje van De Rijp lag? Dat had alles te maken met het beroep van vader, die samen met zijn broer Gerrit van het Langebrugspad in huiden en wol handelde. Jan zat veel langs de weg. Hij ging tot in Warder en Beets toe slagers af om huiden op te kopen. In het begin reed hij met een honde wagen; later gebruikte hij paard en wagen, die gestald wer den in de Kerksteeg. Gerrit verwerkte de huiden en zoutte ze in. De huiden leverden het meeste op. Samen met de wol wer den ze opgeslagen in een klein pakhuis, "De Wolbaai". Dat gebouw staat er nu nog, maar herinnert in weinig meer aan het oude bedrijf De wol stonk, want vader kocht vooral de schapewol van "van achceren" op, de zgn. strontdotten.Grondig wassen was nodig. Dat gebeurde in de sloot en die stank wilde men midden in het dorp liever niet hebben. Evengoed was het mooie wol, die na het drogen van de rekken gehaald werd. Moeder had na haar trouwen een eigen handel, 'n kruideniers zaakje in het begin van de Kerkstraat. Nu staat daar het huis van slager Hop, schuin tegenover de slagerij. Het houten huis aan het Zuideinde, waarin eens de molenaars-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1994 | | pagina 4