7
trots op zijn Noordhollandse schutters. Hij stelde de diverse
korpsen voor, wegens het manmoedig gedrag, sappeurs en
hoornblazers in hun gelederen op te nemen. Voor dat doel
zouden uitrustingstukken moeten worden aangeschaft, zoals
kolbacs, schootsvellen, handschoenen en sappeurssabels
met koppels. Houwelen en spaden waren er genoeg:"buitgemaakt
op den vijand", aldus de gouverneur in zijn rondschrijven
aan de gemeentebesturen.
Op de vijand was trouwens wel meer buitgemaakt. Bij Hasselt
waren bijvoorbeeld veel stukken geschut in handen gevallen
van de Nederlanders. Het brons van deze kanonnen werd
omgesmolten voor het aanmaken van de eretekenen voor de
oud-strijders. Met dit "Metalen Kruis" was de overheid niet
zuinig. De controleregisters in het Rijksarchief laten zien
dat de meeste deelnemers aan de veldtocht werden
onderscheiden
Zonder enige bedenking kwamen in aanmerking de
dienstplichtige schutters Simon Appel, Jan Bangert, Barend
Brugge, Abram Dekker, Cor Dekker, Jan Kieft, Willem Kwadijk,
Pieter Ott, Baltus Pruim, Symon Rijkes, Pieter Visser, Klaas
Water, Pieter Windig, Klaas de Wit en Dirk Zweep. Hendrik
Dolleboter kreeg het kruis toegekend ondanks dat hij al
vóór de veldtocht wegens leeftijd was ontslagen. Hetzelfde
gold voor Dirk van Eyck, die wel vestingdienst had gedaan
in Grave, maar in maart al was ontslagen wegens broeder-
dienst. Zijn broer Jan van Eyck, die na de veldtocht naar
de zeemacht was overgegaan, overleed in 1832 op een
hospitaalschip.Het kruis werd aan de erfgenamen overhandigd.
De gebroeders Maarten en Willem Schermer hadden zich beiden
ziek gemeld en waren bij Houthalen afwezig. Toch kregen
ze tenslotte het ereteken.
Vrijwilligers kregen op hun certificaat deze vermelding.
Daartoe behoorden kapitein Dirk Bek, de tamboer Jan
Leeuwang, de hoornblazer Hendrik Vredevoort en verder Jan
Bakker, Bernard Beekman, Gerrit Dekker, Jan Nibbering,
Jan Schotten, zelfs Jan Wardenaar.
Adriaan L.H.Walpot, officier van gezondheid 2e klasse,
was in Grave gebleven. Hij kreeg als vrijwilliger het Metalen
Kruis, maar over hem staat geschreven:"Komt in aanmerking,
als zijnde den 25 februarij 1831 met het Bataljon in de
vesting Grave aangekomen, maar heeft anders niets dan de
kampagne bijgewoond". Van de overige schutters is de
onderscheiding onbekend.