22 ten westen en Mr.Mighiel Ruijsen ten oosten". Het geheel werd contant betaald. Toen de weesmeesters, die voogden waren over de drie onmondige kinderen van zaliger Jan Taemsz Hases en Grietje Sijmons het huis van Jan Taems gingen verkopen, was Dirck Rus de koper. De schout en schepenen transporteerden het huis op 12 maart 1712 en omschreven het als "Een huijs en erff met een Hofsteede daar bij alles staende ende leggende alhier bewesten de sluijs belent Pieter Pietersz Cort beoosten, Lijsbet Pieters weduwe ten westen voor de som van 283, te betalen "in drie parten en te voldoen op vrou-dagh jaer 1712-1713-1714 sonder enige kor- tinge" Op 25 november 1719 werd bij notaris Aris van der Mieden te Alkmaar een testament opgemaakt, waarin de huwelijkse voor waarden werden aangehaald en beide testateurs elkaar aan stelden als voogden en de weeskamer uitsloten. Het overlijden van Dirck Pietersz Rus zal ongeveer in het be gin van 1724 hebben plaats gehad. Op 4- mei dat jaar werden door Jannetje van der Meer als boedelhoudster van Dirk Rus de twee huizen en vier stukken land verkocht. Wat er met Jannetje is gebeurd, blijft een vraag en is verder niet na te gaan Twee eigenaren De dochter Geertje Rus huwde op 15 mei 1746 te Schermerhorn met Jan Cornelisz de Groot, jongman uit De Rijp. Hij was een zoon van Cornelis de Groot en Neeltje Barents en was 25 no vember 1711 gedoopt te De Rijp. Geertje en Jan gingen wonen in Schermerhorn op het Westeinde, aan de zuidzijde op de plek waar nu de woning 58 staat. Het werd omschreven als "een huijs met koehuijs, hoijbargh en schuijthuijs" De zoon van Cornelis Rus huwde op 2 juni 1748 te Schermer horn rnet Lijsbeth Pieters de Boer, weduwe van Schermerhorn. Zij kregen twee kinderen. De familie woonde op de Roete aan de noordkant ten westen naast de herberg De Vergulde Valk (nu Oosteinde 24). Het huis was tevens winkel. Beide zwagers waren eigenaren van de korenmolen De Hoop en zorgden dat het bedrijf bleef draaien. Notaris Klaas Renses maakte een akte op 13 december 1762, waarin een borg werd vastgelegd voor Cornelis Rus en Jan de Groot van 500 voor het "gemeene landt". Als er ooit fraude met het maalloon mocht worden gepleegd, had de staat alvast

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1994 | | pagina 24