20 aanmaninge worden afgelost met goud en zilver gemunt geld, tegen een rente van 4 gulden ten hondert". Na bijna drie jaar verkocht Jan Jansz Wijncamp "onser geweesen korenmolenaar" de molen aan Jacob Maertensz Gras van Veen- huijsen (gelegen in de Heerhugowaard)In de custingbrief werd de prijs van 4000 vermeld. Van dit bedrag werd 1400 contant betaald. De rest moest worden voldaan in termij nen van 400 op vroudags (2 februari) te beginnen in het jaar 1695 en zo voort tot de lening geheel was afgelost. Jacob Maartensz Gras van Veenhuijsen verkocht de molen na ruim 2 jaar voor ca. 5000. De nieuwe eigenaar werd Jacob Hillebrantsz, korenmolenaar van Barsingerhorn. Hij kocht "de koorn of meelmolen, huijs, werff, schuijt met alle gereet- schappen, leggende en staande op de kant van de ringsloot van de Schermeer. De voorschreven moolen genaamt "de Hoop" enzNaam verplicht Dit was de eerste keer dat de naam werd genoemd in de koop akten. In 1663 werd door de Rekenkamer van de Staten van Holland verplicht gesteld dat alle molens een naam hadden. Er moest zelfs een "teijken" op het molenlijf of de baard worden aangebrachtDit was een geschilderd bord waarop de afbeelding van de naam was weergegeven. De borden voor mo lens als De Koe, De Vos, de Vier Heemskinderen waren niet moeilijk weer te geven. Maar borden, voorstellende hoop, vrijheid en geloof stelden de schilder voor een probleem en vereisten ruime fantasie. In Engeland vindt u nog bij iedere pub (café) een prachtig uithangbord, dat soms oon waar kunst werk is. Het was druk in het rechthuis, die dag, want diezelfde dag werd voor schout en schepenen wederom een akte verleden. Jacob Hilbrantsz, geassisteerd door zijn vader Hilbrant Cor- nelisz verkocht/verruilde de molen met de weduwe Sijtje Cor- nelis, van Schagen. De Hoop werd geruild met een korenmolen, huis en erf te Schagen. Deze was "staande en gelegen op de Loet, belent de Heereweg". De custingbrief vermeldde dat Sijtje Cornelis, geassisteerd door haar zoon Cornelis Wil- lemsz van der Meulen, 1850 schuldig was aan Jacob Hil brantsz, korenmolenaar van Barsingerhorn. Elk jaar moest op de meidagen 185 worden afgelost. Van rentevergoeding wordt geen^ewag gemaakt. 70 jaar familie Rus 0p 23 juni 1701 kwamen schout en schepenen weer bijeen om

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1994 | | pagina 22