19 er werd uitbetaald aan degenen die gerechtigd waren te ont vangen. Hieruit blijkt dat Griet failliet was. Jan Joosten ruilde op 8 april 1674 de korenmolen voor de ko renmolen "de Rigaze Jonker", staande op het Oosteinde van De Rijp aan de Eilandspolderdijk, nabij het thans ontmantelde pol dergemaal. Deze molen was eigendom van Abram Reijersz, koren molenaar van De Rijp. Uit de custingbrief (hypotheekakte) die dezelfde dag gepas seerd werd, bleek dat Abram Reijersz 2900 carolusguldens toe- betaalde aan Jan Joosten. In dat bedrag zat 1500, die toe behoorde aan Gerret Gerrits Schuijt uit Graft. Dit bedrag moest in 4 jaar worden afgelost in termijnen van 400. Abram Reijzersz was afkomstig uit een molenaarsfamilie. Zijn vader was eigenaar/molenaar van de korenmolen "De Dol fijn" te Grootschermer. Lang heeft Abram Reijersz de korenmo len niet in zijn bezit gehad, want drie weken later verkocht hij de molen aan Arian Willemsz "koornmolenaar van Alckmaer" onder vermelding "de koornmolen, huijs en erf, schuijt en ge- reetschappen staende op de hoek van de Verdolve Weijdt". Volgens de custingbrief, opgemaakt op dezelfde dag voor schout en schepenen, was de prijs 4750. Op 17 september 1682 werd door schout Cornelis Mates deze custingbrief ge royeerd. In een akte van 10 juni 1675, voor schout en schepe nen gepasseerd, werd door Abram Reijersz bepaald dat de lerde, vierde en vijfde custingen ter waarde van 600 moes ten worden uitbetaald aan zijn dochter Trijn Abrams. Dit in /erband met het overlijden van zijn huisvrouw, zodat de doch ter als erfgenaam het geld kreeg uitbetaald. Nieuwe eigenares Op 29 mei 1685 verscheen voor de weesmeesters van Schermer- horn Maartje Elberts, weduwe van zaliger Aerjen Wullemsz Huijsman, korenmolenaar alhier. Zij erkende 100 schuldig te zijn aan Aerjantjen Claasdr "welke lening staat op los rente zolang als de lening uitstaat". Op 1 mei 1692 verschenen voor schout en schepenen te Schermerhorn Maartje Elberts, huisvrouw van Taems Jansz molenaar, .geassisteerd met Aerjan Wullemsz haar "mans oom", dewelke verklaren verkocht te heb ben aan Jan Wijncamp korenmolenaar alhier, de korenmolenhuis erf, schuit en andere gereedschappen, zoals deze door de verkoper gebruikt en bezeten werden. Korenmolenaar Jan Jansz Wijncamp leent op 8 mei 1691 van Pie- ter Dirksz van de Sluijs, meestermolenmaker wonende in de Schermer, een bedrag van 1300. Deze schuld "zou zonder

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1994 | | pagina 21