Korenmolen DeHoop in Schermerhom 17 Bijna alle dorpen hadden vroeger een eigen korenmolen. De mo lenaars waren loonmaalders voor burger, boer en bakker. Deze leverden de verschillende graansoorten aan om tot meel te malen. De molenaar had altijd een behoorlijke status in zijn omgeving. De investeringen die gedaan moesten worden waren groot. Zo kostte een korenmolen ongeveer 20 maal meer dan een huis. De wind moest de molenaar kopen door betaling van het zgn. "windrecht", aan de landheer of andere rechthebben de op deze belasting. Toen Alkmaar in 1730 de Heerlijkheid Schermerhorn kocht, moest de molenaar voor het windrecht een jaarlijkse recognitie van ƒ4.- betalen aan deze stad. Griet Rens Op de kaart van de Beemster van 1643 staat de korenmolen van Schermerhorn getekend over het Zwet, ten oosten van de brug. Waarschijnlijk is dat de plaats geweest waar de eerste koren molen heeft gestaan. In de latere akten wordt steeds de dan bestaande korenmolen beschreven op de noordoosthoek van het tegenwoordige lage land. De eerste akten betreffende de molen vinden we in 1661.Hier in wordt Griet Rens vermeld als weduwe van Jan Jochemsz, in zijn tijd molenaar op de meelmolen staande benoorden Scher merhorn op de "Verdolve Weijde". Griet Rens leende toen 100 van de kinderen van Trijn Claes onder toezicht van Simon Jansz Gorter, Jacob Eewoutsz en Cornelis Engels, weesmees ters van Schermerhorn. Op 1 maart 1667 leende Griet Rens, geassisteerd door Dirk Rensen haar broer, nogmaals geld: er werd een lening afgesloten van 500 met rar. Jan Jacobsz Waernis tegen een rente van "4 gulden ten hondert zolang als de lening loopt". De 2e maart 1667 werd voor schout en schepenen vastgelegd dat zij ook nog 500 schuldig was aan de kinderen van zaliger Mauerens Pieters. Waarschijnlijk gingen de zaken van Griet Rens niet goed, want op 8 augustus 1669 werd haar korenmolen verkocht aan Jan Joosten. De opbrengst van de molen was minder dan de schul den. De schout en schepenen distribueerden de opbrengst en Opbreigst iizimeliic De opbrengst van de inzameling onder de leden van de afd. de Rijp—Qraft van de Bond van Boerinnen en andere Plattelands vrouwen, ten bate van deFinsche Lotta's, bedraagt f 58.70. (Rijper Courant 9-3-1940)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1994 | | pagina 19