13
REGENLIEDJE
Zij schuif'len langs de ramen
En vloeien trillend samen
In glinsterende val,
En vormen nieuwe banen.
Zij druppelen als tranen,
Die niemand drogen zal.
Zij fluisteren en snikken
Zij ritselen en tikken
En murmelen door de nacht,
Als woordjes zoet gesproken.
Een telkens onderbroken
En windvervaagde klacht.
Zij druipen door de bomen
Zij lekken door mijn dromen
En zingen in mijn ziel.
Hun eigen melodietje
Een simpel regenliedje
Dat uit den hemel viel.
J. Kostelljk-Bom.
het he-
tegen
een Dan
i'\ ge-
.n Enge-
ïelzende
■dig ge-
rwarring
Romeins
ier Ger-
ever was
s kenne-
de Ger-
ng gere-
ouland
zolang
ing voor
omenwij
ze niet
p de we-
is ver-
gensburg
n" met
;ntwee
lokje.
als we,
kregen,
der gelij
len gebe-
of laat
upenOok
11 staan.
Zo "wouwelde" ik soms op mijn schoolpad, doordat onderweg in
teressante dingen te zien waren: bloemen en plantjes,
aangespoelde rommel langs de kanaalkant of een boer die zijn
paard niet kon "vangen" en er mee "om het hardst" liep...
Moeder had ook een standaard-uitdrukking voor het geval we
uitdrukking gaven aan moeilijk vervulbare wensen. Als we dan
aankondigden: "Ik wou...(dit of dat)", luidde haar antwoord:
"Wou er eens in je ene hand en kak eens in de andere en kijk
dan waar je het meeste in hebt". We hebben het nooit echt in
praktijk gebracht
Het is uiteraard niet voor niets dat we plegen te spreken
van onze moedertaal. De meeste uitdrukkingen leerde ik dan
ook van haar. Maar vader had er ook een die in mijn geheugen
is blijven haken. Hij was - naast kleine boer - fabrieks
arbeider in 3-ploegendienst en ging op de nadering van de
nachtdienst 's middags een paar uur naar bed. Soms na de
aankondiging:"Ik ga een poosje naar Pluimendijk". In deze tijd
van schuimrubbermatrassen, binnenveringen en waterbedden een
nauwelijks meer te bevatten kwalificatie van onze legerstede.
Als variant op Pluimendijk heb ik die ook wel eens de "Laken
straat" horen noemen. Wie weet er nog meer?
CB.