De Rijper Schutterij en de Belgische opstand 98 (1830-1839) Op 11 december 1830 vertrok onder leiding van kapitein Bek en luitenant Kieft een groep van 32 schutters naar Purmerend Daar stapten ze op de jaagschuit, die de manschappen via Wa tergang en Volewijk naar het tolhuis van Buiksloot vervoerde. Nu moest het IJ worden overgestoken. Sedert 1 juli 1829 was daarvoor een raderboot in gebruik. Vier paarden in een on- derdekse tredmolen zorgden voor de voortbeweging. Ongeveer 500 man werd in één keer overgezet. s Middags 4 uur werd de groep ingekwartierd in de Kerkstraat om te overnachten. De volgende morgen werd de reis alweer met een jaagschuit vervolgd, van Amsterdam naar de vesting stad Naarden, waar de mannen hun eerst oefening zouden krij- 8en Het vereiste aantal van 37 is er nog niet bijeen. Luitenant kolonel Hooft meldt aan de burgemeester van De Rijp de absen tie van Jan van Eyck, Willem Bek, Herman en Joseph Asseler C.Schoof en G.Schaap en vraagt naar de reden van hun achter blijven. Ook Jan Kieft verzoekt deze mannen alsnog op te zen den Eigentijds verslag Van een van de Rijper schutters is een persoonlijk verslagje bewaard gebleven, met in dagboekvorm een summier relaas van de belevenissen van het bataljon. Het is een interessante aanvulling op de ambtelijke stukken uit het gemeente-archief Jammer genoeg is het anoniem gebleven. De schrijver gebruikte een vrij primitieve taal en vooral met de spelling van de plaatsnamen had hij veel moeite. Over het verblijf van ruim 2 maanden te Naarden schrijft hij slechts: "Den 21 januarij voor eerst gestuurd in de hei, de man 11 losse patronen". Na deze eerste exercities marcheerde men af naar Grave, in die tijd nog een belangrijke vestingstad. Daar werden de schutters ondergebracht in een kazerne. Onze "verslaggever noteerde het volgende: "Den 22 februarij 's morgens om 9 uren vertrokken na Noord- braband, na de stad Graaf. Van Naarden na Laren, Eemenes, Soesdijk, Soes. 's Middags om 4 uren in de stad Amersfoort ingekwartierd. Den 23 februarij 's morgens om 5 uren vertrok ken na Leusbroek, Woudenberg, Leerzun, Ameronne, na Eist.'s

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1993 | | pagina 8