115 DE LAATSTE MOLENAARS IN KAMERHOP 3 op jonge :oals dit, veekschool Oudeland ;rnaast en en daar. ïvolken er werk"enz 3n dat de je Wiedijk :rouwd.Het mdere fa- i families "s en één waarop zij oordeinde racht hoe ;n hoe de lop" ont- laks) Doordat het Kamerhop werd afgescheiden van het Starnmeer tijdens de bedijking, diende dit 46 ha grote poldert je van af zonderlijke bemaling te worden voorzien, in 1643. Meer daar over in het hoofdstuk "De molens van Starnmeer en Kamerhop" in Het Starnmeerboekpag. 75 e.v. De laatste molenaar was Isaak Ris (in de wandeling ook wel "IJs" Ris). Zijn vader, Jan Ris, was ook al molenaar van het Kamerhop. Of dat even eens het geval was met zijn grootvader Jacob, is niet geheel duidelijk. Deze, ge boren te Markenbinnenwas wever van beroep. Hij is echter in 1866 wel in de gemeente Jisp overleden. Toendertijd werd de Kamer- hopmolen beschouwd als staande in die gemeente. Omstreeks de eeuwwisseling bleek dat evenwel onjuist te zijn: de molen stond in de gemeente De Rijp. Jan Ris, geboren in 1830, was in 1856 getrouwd met Geertje Wiedijk. Hij over leed aan pokken, in het zelfde jaar als zijn vader, 1866 Geertje, achterblijvend met vijf kinderen, van wie de jongste 12 dagen na zijn vader eveneens overleed, mocht in de molen blijven wonen van het polderbestuur, mits zij een bekwame knecht in dienst nam. Dat gebeurde en in 1868 trouwde zij met die knecht, Jacob Besse. Vijf jaar later moest Jacob echter worden opgenomen in "Meerenberg"Hij keerde niet terug in Kamerhop Geertje heeft het molenaarschap waarschijnlijk kunnen voort zetten met hulp van haar zoons. De jongste, Isaak, volgde haar op nadat zij in 1991 was overleden. Hij trouwde 6 oktober ISAAK RIS

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1993 | | pagina 25