72
ste "de kleedingstukken te doen uitleveren om te vermijden
dat de schutters ongekleed zouden uitmarcheren"aldus de
militiecommissaris.
Als le luitenant werd aangewezen Jan Kieft Jr. (de bekende
portretschilder). Verder werd als officier voorgedragen de
heer Adriaan Walpot, die zich kort tevoren als heel- en
vroedmeester in De Rijp had gevestigd en die schutterij-erva
ring had opgedaan in Dordrecht. Van hogerhand gaf men Walpot
liever de functie van officier van gezondheid.
Mobilisatie
Intussen had men in Belgie niet stil gezeten. Het voorlopig
bewind riep een congres bijeen, dat op 23 november 1830 de
onafhankelijkheid van het land proclameerde en Leopold van
Saksen-Coburg als koning koos.
Al spoedig werd door de meeste mogendheden de zelfstandig
heid van Belgie erkend. Koning Willem I wist evenwel niet
van toegeven.
Op 4 december ontving kapitein Bek de order van luitenant
kolonel Hooft, zich "op vrijdag 10 deezer met zijne Manschap
pen te Purmerend te bevinden, ten einde zich op dien dag
vandaar naar Amsterdam te begeven en vandaar naar Naarden te
marcheren, voorzien van uniforme kleeding".
Nu was het dus menens; de rustende schutters werden mobiel.
Nauwelijks geoefend als ze waren, moesten de diverse plaatse
lijke compagnieën worden samengevoegd om in een vestingstad
verdere instructie te ontvangen en te wennen aan de mili
taire tucht.
Het bericht over het aanstaande vertrek hield overal de ge
moederen bezig. Enkele betrokkenen in De Rijp besloten de
zelfde avond nog zich wat moed in te drinken. De gevolgen
daarvan bleven niet uit.
Een verbolgen burgemeester K. de Wit deed de volgende dag
uitgebreid verslag aan de officier van justitie te Alkmaar:
"In de afgelopen nacht hebben twee leden van de burgerwacht
alhier ontmoet een zeker Jan Wardenaar, inwoner dezer
gemeente, vrijwilliger en korporaal bij de schutterij, gewapend
met een sabel en nog 2 a 3 schutters, van geweren voorzien.
De personen, alle min of meer beschonken, door gemelde wacht
eerst aangemaand en daarna gelast zijnde zich in stilte
naar huis te begeven, heeft dezelve Jan Wardenaar daaraan
niet willen gehoorzamen. De wachts hebben toen pogingen
aangewend om hem mede naar de Hoofdwacht te voeren en den
sabel die hij in de hand hield, te ontweldigen, doch daarin