pstand
t' gevon-
ener Con-
land als
Op de 6e
de Noor-
L van ko-
van vre-
ische zij-
geregeld
d aan een
bruikelijk
nood het
ot stand
geregeld
e een pe-
geval in
1 op elke
benoemde
commissie
1de. Door
ijgesteld
tsdrager
denten of
met per-
aats. Ge-
ogenaamde
x slechts
rust en
brand of
sistentie
an De Rijp
s 6e Com-
ndse rus-
De krijgsraad van de compagnie zorgde voor de organisatie en
adviseerde zonodig het gemeentebestuur. In 1822 waren enkele
leden van deze raad aan ontslag toe. Uit de voorgedragen
kandidaten koos de gemeenteraad korporaal Klaas Pauw Az., de
schutter Heertje de Wit en luitenant Isaac Pit. Het proces
verbaal werd ondertekend door de president KI. de Wit en de
raadsleden Wijnand Boon, Lourens Slagter, Hendrik Poppen, Al-
dert de Wit, Bouke Dubbeld en Jan Kremer. De nog zittende
leden van de krijgsraad waren kapitein Dirk Bek, sergeant
Fokke Bosman en de sergeant-majoor R.Groot als secretaris.
De bataljonscommandant zetelde in Hoorn. Daar was ook het
magazijnwaar uitrustingstukken werden bewaard en onderhou
den. De majoor berichtte in 1827 aan kapitein Bek:"De Rijp
telt 1859 zielen, dus ge-hebt 37 hoofden te leveren".
Het is duidelijk dat de rustende schutterijen eigenlijk niet
veel voorstelden, maar de wet liet toe dat in geval van nood
de koning deze korpsen mobiel kon verklaren. In dat geval
maakten ze deel uit van 's Rijks gewapende macht. In 1830 was
dat zover
De Belgische revolutie
De vereniging van Nederland, Belgie en Luxemburg, die
in 1815 tot stand was gekomen, bleek in de praktijk een bron
van moeilijkheden en ongenoegen. Uiteenlopende belangen èn
de verschillen in taal en godsdienst maakten het samengaan
haast onmogelijk. Koning Willem onderschatte het verzet van
de Belgen en trad niet altijd even taktisch op.
In 1830 barstte de bom. In Brussel begon de opstand. Noord
nederlandse troepen slaagden er niet in de orde te herstel
len. Zij trokken zich terug op de Antwerpse Citadel. De ko
ning riep nu het noorden te wapen, waarbij ook de schutters
werden gemobiliseerd.
Begin oktober maakte burgemeester De Wit de proclamatie van
de koning bekend, waarbij een oproep tot vrijwillige dienstne
ming
Kapitein Bek zorgde voor een nominatieve opgave van de be
schikbare manschappen en deed melding van de aanwezige wa
penrusting: 39 geweren, 39 bajonetten, 39 patroontassen en
9 sabels. Een provinciale circulaire spoorde de gemeentebe
sturen ten ernstigste aan alles voor te bereiden tot de
marsvaardigheid van de schutters. Ze moesten zijn gekleed in
"Rok, Pantalon, Slopkousen, Stropdas, Chacot met rode Pompon
en rode Wingsen, de officieren en onderoffi-Cieren met hunne
distinctieve Teekenen". Er werd op aangedrongenten spoedig-