36 BOOTSGEZELLEN IN GROOTSCHERMER buiJ£ sprc Zoals we allen weten, was er in de dorpen Graft en De Rijp Graf een levendige haring- en walvisvaart, in de 17e en 18e eeuw. net Echter, in het oud-archief van Zuid-Schermer bevindt zich "su, een lang smal boekje, dat een lijst bevat met namen van men- 157/ sen die eveneens "ter zee" waren gevaren. Het opschrift luidt aldus: "In het jaar 1656, soo hebbe ick Lijsebeth ambrosius de eer ste maal begonnen reguister ende name van de personen die beghevende in de bootsgheselle buers te sijn aengetekent"Onze "den 18 Februarij" een Pieter jaspersen na de West gevaren, 10 stuiver kaai Cornelis pietersen Schout na Luipdek, 10 stuiver tent Cornelis cornelisen visker na de West 10 stuiver het Bartel jacobsen na revel 10 stuiver nin^ "den 11 Maert" 13 t Jan Jansen Schoenmaker na oosten 10 st. De Cornelis Jansen ruege na noorwegen 10 st. van "den 15 april" werl Cornelis Jansen na vranckrijck 10 st. gebc Jacob pietersen vet na groenlant 15 st. Zijn Jan Cornelis hartichs na groenlant 15 st. zett Sijmen Cornelisen hartichs na groenlant 15 st. geme "den 19 april" labc Hier volgen weer enkele namen, waaronder Cornelis Jacopsen voel Kolman, "na oosten". Hij was waarschijnlijk een lid van het be- kerl kende geslacht Kollis (eertijds ook Kolleman), waarvan er in ren. die tijd in Zuid-Schermer woonden. Eén Het voert te ver, alle namen hier te vermelden. Ik noem nog make "Garmen Willemsen, ten haring" en eile "Arensies pieter nae Westindien" op 4 februari 1658. Op kaai "1 Maey" gaat hij weer "na de west". Daarna lezen we dat cm, Arensies Pieter, als hij terug is van zijn reis van 1 Maey munt naar de west, naar Oostindièn is gevaren en "ghenomen op hij, den 7 maart 1659". mete Elk jaar wordt een aantal mannen ingeschreven. De algemene Schc "inleg" is 10 stuivers, maar "nae Groenlant" betaalt men 15 Nog stuivers, wat duidt op een verhoogd risico. de Per jaar wordt gemiddeld 25 gulden ingelegd, wat overeen de e komt met zo'n 40 bootsgezellen, naar alle windstreken. ren In 1672 wordt ingeschreven "quat lubbers Claes"die "ten oorligh" vaart, evenals dirck wijbetsen en Cornelis Jacopsen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1993 | | pagina 20