De Jaagschuit van Grootschermer
55
D.Koning, koopman, wonende te Grootschermerzal dienst doen
en vanaf heden blijven varen met zijne Jaagschuit (kajuit)
tusschen Grootschermer, Alkmaar en Purmerende, langs de
Ringvaart van de Schermeer en het Groot Noordhollandscha Ka
naal w., bij den aanvang van iedere reis minstens 14 plaat
sen beschikbaar hebbende en wel op onderstaande dagen en
uren gedurende het hele jaar:
Dinsdag 's morgens 3^ uur van Grootschermer, aankomst Pur
merende omstreeks 7^ uur; vertrek Purmerende 's middags 1
uur, aankomst Grootschermer omstreeks 5 uur.
Zaturdags 's morgens 5 uur van Grootschermer, aankomst te
Alkmaar omstreeks 9 uur; vertrek van Alkmaar 's namiddags 1
uur, aankomst te Grootschermer omstreeks 5 uur.
Tarief voor reizigers: enkele reis 25 cent; heen en terug 30
cent; kleine bagage vrij.
Grootschermerdecember 1880. De ondernemer
D.Koning.
De advertentie van bovenstaande tekst bevindt zich in het
gemeente-archief van Graft, nr. 1272.
Een kleine rekensom leert dat Koning per reis maximaal
7 aan passage kon ontvangen, als alle reizigers "enkele
reis" betaalden, zowel heen als terug. Maar er zullen zeker
retour-reizigers bij geweest zijn. Als de hele kajuit vol
daarvoor boekte, beurde de ondernemer slechts 4,20. Daar
voor moest hij dan op dinsdagochtenden zelf al omstreeks drie
uur zijn bed uit....
Het vrachtvervoer zal wellicht de onderneming goed hebben
moeten maken. De omstandigheid dat de reis naar Purmerend
zowel als naar Alkmaar 4 uur duurde doet de vraag reizen
of er buffet aan boord was. En hoe zat het met de"sanitaire
stops"? Daar geeft de advertentie uiteraard geen antwoord
op. Iemand onder de lezers, die het weet?
Het feit dat Koning een advertentie plaatste met zijn dienst
regeling en tarieven, vloeit voort uit een wet van 1880,
waarin het bekend maken van vaste vaartijden en tarieven ver
plicht werd gesteld. Er bevinden zich diverse exemplaren in
het Grafter archief, waaronder die van Leo M. de Fouw, die
op de volgende bladzijden is afgedrukt.
In het september-nummer van onze Chronyke komen we nog eens
op de beurtvaartondernemingen terug. Ook in het "Starnmeer-
boek" wordt er gewag van gemaakt,op pag.144.