22 de akkers noemden hun land vaak naar de vorige gebruiker. Zo zijn er van de bijna 80 namen van akkers bij Noordeinde uit 1738 nog maar een paar die vandaag de dag nog worden ge bruikt. Anders is het als een stuk land is genoemd naar de opper- vlaktemaat. Zo zijn er diverse namen als "acht aggelen", "zesendertig aggelen". Vaak wordt het woord aggelen weggelaten, zodat men spreekt van "de vierentwintig" of "de zesdertig" Een aggel of "achtendeel" is 827 vierkante meter. Deze land maat werd hier voorheen veel gebruikt. Ook de landmaat "mor gen" komt nog veel voor, zoals "de negen morgen". Als het derde morgen maar een half morgen was, werd het "derde half", of "zevendhalf" als de zevende aan halve morgen was. Op het Schermereiland gebruikte met de Rijnlandse morgen, die 8516 vierkante meter omvatte. Naast de reeds genoemde landnamen zijn er nog enkele die er uitspringen, door het gebruik wat er van het betreffende perceel werd gemaakt. Zo liggen op enige afstand van de Rijp langs de Gouw "De Prut" en "De Prutakkers". Daar stonden in het verleden enkele traankokerijen. Wegens de stank die het traankoken veroorzaakte, moesten die installaties op afstand van het dorp worden gehouden. Eveneens aan de Gouw het welbekende "Jodenkerkhof", keerpunt in het vermaarde Rijper ijsbalspel. Onderzoek heeft uitgewe zen dat daar inderdaad een joodse begraafplaats is geweest. Verder komen we de namen "Laij" en "Laijke" tegen, maar ook "Lei". Weer volgens het woordenboek is daarvan de betekenis "land waar men recht van houw of houtkapping heeft". Het wa ren dus percelen waar bomen op stonden. Aangezien al dit land varende bereikt moest worden en alle bewerkingen er met handkracht werden verrichtwas hier sprake van een wel zeer arbeidsintensief gebied. Zo zien we dat in 1840 te Grootschermer zich wel 40 onderne mers met de veehouderij bezig hielden. Dat waren dan niet alleen "full time-boeren"maar ook "part-timers", zoals de chirurgijn Pieter Cloetingh, die er 2 koeien en een vaars op na hield; een Maartje Gelder, die als boerin 7 koeien en 2 kalveren hield en bakker Jan Poest, met 5 koeien, 1 vaars en 6 schapen. Aldus deze greep uit het heden en verleden van de Eilands polder, gedaan aoor Jan Blaauw.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1993 | | pagina 24