10 Op 15 februari 1787 werd te Markenbinnen een vergadering gehouden van schout en schepenen met poldermeesters en inge landen die meer dan 3 morgen land in de Marker polder hadden omdat de modder in de poldersloten zo was "aangegroeid" dat ze op diverse plaatsen gelijk stond met de bovenkant van het land. Bij aanhoudende regen stonden de landerijen wéér onder water. Dat onttrok de "vettigheid" van de bemesting aan het land. En stond de zaak niet blank dan kon er niet behoorlijk gevaren worden. Elke regenbui was oorzaak dat de molen moest malen, wat weer extra onderhoud aan de molen vergde. Er werd in de vergadering uitvoerig van gedachten gewisseld en uiteindelijk besloten de watergangen 2\ voet uit te diepen. De vraag was: moesten de ingelanden het zelf doen of moest het werk worden uitbesteed. Er werd over gestemd en met 15 tegen 1 werd tot uitbesteding besloten. Die ene stem was van zekere Pieter Heyndrikszoon Besse. Waarschijnlijk had Pieter het gelijk aan zijn kant, want op 31 mei daaraanvolgend rapporteerden schout en schepenen aan de vergaderde ingelanden dat de aannemer slechts gedeeltelijk aan het bestek had kunnen voldoen omdat het volgens zijn ver klaring onmogelijk was geweest er aan te voldoen. Niettemin werd met 12 tegen 4 stemmen besloten hem aan het bestek te houden. Wie toen de 4 tegenstemmers waren wordt niet ver meld, maar ongetwijfeld was Pieter Besse weer een van hen, want hij was weer mede aanwezig. Er is nadien nog menig keer door schout en schepenen met de ingelanden over deze kwestie vergaderd. Deze zaak, die door wijlen Evert Besse Ezn. op schrift is gesteld, kwam mij vorig jaar in herinnering, toen onder supervisie van het bestuur van waterschap Het Lange Rond, de hoofdwatergangen in het Markerveld wederom van hun over tollige baggerspecie werden ontdaan. De aannemer, die wèl aan zijn verplichtingen kon voldoen, was ditmaal de firma Woestenburg uit De Rijp. "Dat had Leeghwater eens moeten zien", dacht ik toen:"Toch weer een Rijper die het opneemt voor de ingelanden van het Markerveld." Cor Booy Bronnen: J.G.de Roever "Jan Adriaenszoon Leeghwater" n.v. wed.J.Ahrend en zoon Amsterdam 1944, blz.150-153. E.Besse Ez., de genealogie Besse, handschriftniet uitgege ven.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1993 | | pagina 12