Geen hooi, maar karpers...
Geen wonder dus dat Jan Adriaensz uit De Rijp bij zijn tochten
over het Starnmeer en door het Marker en Wouder veld een ten
hemelschreiende situatie aantrof, waarover hij aan de Raads
pensionaris Pau(w) in Den Haag berichtte:
"Door bede ende versoeck van sekere huysluyden ende gebueren
van marcken inden banne van uytgeest
So en hebbe ick Ondergeschreven niet connen nalaten desen
brieff aan UE te Schryven
waerinne ick alhier die waerheit sal verhalen vant gene ick
gesien heb
Belangende die ghestaltenisse vant hoghe water
ende hoedanich die landen aldaer tegenwoordich gelegen ende
gestelt sijn
So ist dat ick aldaer op den 27en Junijus door het velt geva
ren ben ende heb gesien en gepeylt
dat veel verscheyden landen So hooy als weydlanden tegenwoor
dich noch een halff voet onder waterleggen
waer over veel ender verscheyden huysluyden
die hare beesten hebben moeten in huys op het stal halen..."
Leeghwater vertelt verder in deze brief dat de inwoners
van Marken en de Wouden in grote armoe verkeren en grote
moeite hebben hun vee te onderhouden. In plaats van hooi te
kunnen winnen vingen deze lieden een menigte ...karpers
op hun landerijen op Sint-Jan (24 juni). Ze waren niet in
staat hun geldelijke verplichtingen van huur etc. te voldoen,
zodat Jan Adriaens de Raadspensionaris, met wie hij bevriend
leek te zijn, verzocht hun de verpondingen (belastingen)
voor dit en volgende jaren kwijt te schelden totdat het
gebied zou zijn ingepolderd.
De brief aan de Raadspensionaris betekende dus tevens een
octrooi-aanvraag voor de inpoldering van Markerveld en Uit-
geester Wouden. Zijn verzoek werd niet gehonoreerd. Eén van
de oorzaken daarvan was wellicht het feit dat de familie
Pau(w) ook ten nauwste bij de bedijking van de Heerhugowaard
was betrokken!
Het Markerveld blijkt ook in latere tijden een zorgenkind.
Weliswaar hebben de bedijkers van de Starnmeer moeten zorgen
voor een sluis tussen Merken en Markervaart, maar de afwa
tering, door de molen De Spin, liet een dikke honderd jaar
na de droogmaking van Starnmeer en Kamerhop zeer te wensen.