97 Afscheid van de overwinteraars uit: Twee )ournalen[...]eJ. GillisJoosten Zaagman, ca. 1668. troost zijn. Als er iemand ziek wordt is er weinig hoop op beterschap. Enerzijds door het gebrek aan vers eten, ander zijds door de grote kou. Wie gezond is kan zich al slecht verwarmen, des te meer dan wie ziek is." 23 april: "Wij liggen hier zo ellendig, dat alleen ik nog maar voor mezelf kan zorgen. Met grote pijn help ik de anderen. Ik heb vandaag onze commandeur, Outger Jacobsz, in een andere kooi geholpen, omdat hij zei dat hij wat ongemak kelijk lag. Hij wilde per sé in een andere kooi liggen, maar hij worstelt al met de dood, volgens mij." Nog een paar dagen noteert de schrijver gegevens over het weer. Op 30 april eindigt het dagboek met de woorden: "den windt als voren, klare sonneschijn weer die Op 4 juni 1934 arriveren er walvisvaarders voor de rede van Jan Mayen Eiland voor een nieuw jachtseizoen. Als ze geen van de overwinteraars naar buiten zien komen, vrezen ze dat er niemand meer in leven is. Eenmaal in de hut vinden ze de zeven dode matrozen. Uitvoerig wordt beschreven hoe de mannen in hun kooi liggen. De een heeft kaas en brood bij zich, de tweede een beker, de

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1992 | | pagina 11