80
zijn bolwerk, de oorlogshaven Den Helder, met haar sterke
fortificaties, zomaar niet opgeven.
De burgemeesters (het franse woord "maire" werd nog ge
bruikt) in het arrondissement Alkmaar ontvingen op 4 decem
ber een dringend verzoek om met spoed manschappen te leve
ren voor de verdediging van de provincie bij een eventuele
uitval. De Maire van De Rijp, Cornelis Boonacker, reageerde
kennelijk niet vlot genoeg, want een week later volgde een
aanmaning om aan het gedane verzoek "ten prompsten" te
voldoen. De commissaris in Alkmaar schreef erbij dat de Maire
zijn mensen moest doen gevoelen dat uit een weigering onaan
gename gevolgen zouden kunnen voortvloeien.
Den Helder lag in die tijd nog zeer geisoleerd; het Koegras
was nog zeer moerassig en de Anna Paulownapolder bestond
nop nie<-. Daarom beperkte de bewaking zich tot de landengte
bij 't Zand en Groote Keeten.
In januari 1814 werd een nieuwe regeling getroffen. De voor
posten bij 't Zand werden nu bezet door een korps van 150
man, dat om de acht dagen, telkens "des Dingsdagsmorgens,
precies ten 9 uuren", zou worden afgelost. De Rijp moest
daarvoor te bestemder tijd 8 man leveren, bij voorkeur vrij
willigers, en "zooveel mogelijk van Geweeren, Zabels en
Pistolen voorzien".
Ge medewerking van De Rijp verliep evenwel nog niet naar
wens. Op 29 januari ontving burgemeester Boonacker nogmaals
een dreigend schrijven van de commissaris"Ik ontvang zoo
eeven van den Heer Generaal de Jonge het berigt dat voor
uwe Gemeente aan het Zand nog één man mankeerd. Ik moet u
hieromtrend voor de laatste maal informeeren dat mijne In-
structien op dit onderwerp zoodanig gestreng zijn, dat ik
mij genoodzaakt zal zien, in weerwil van mijselve, zoo de
ze niet dadelijk worde afgezonden, uw contingent te ver
dubbelen en andere gemeenten daarmee te verligten".
Volgens het notitieboekje van huisschilder Pauw was het Rij
per contingent medio maart weer aan de beurt om bij 't Zand
te patrouilleren. Acht dagen later werden onze schutters af
gelost door die van Schagen.
Pas in mei 1814 staakte Ver Huell zijn verzet. Hij gaf ves
ting en vloot over aan het nieuwe koninkrijk en week daarna
uit naar Frankrijk. In 1845 overleed hij te Parijs.
J.Pielage