64
het ook zo lang uitgehouden, want al was de boel oud en
moest er wel eens gat gestopt met een stuk karton of zo;
Gerrit hield zijn motorboot én de gasfabriek aan de gang! Hij
had ooit een automatische installatie uitgevonden die het
aan- en uitgaan van de Rijper straatlantaarns regelde. Die
werkte zo goed dat de directeur van de gasfabriek in Goes
het systeem in produktie wilde brengen, met toestemming van
de Maatschappij. Gerrit Rot kreeg er van hem een kistje siga
ren voor. Dat leek een beetje op sparren naar Noorwegen
brengen, want aan de gevel van Rot's winkel prijkte immers
de vliegmachine met de grote blikken sigaar er onder en op
de ene zijkant de reclameslogan "Bij Rot op 't Zuid vliegen de
sigaren de winkel uit".
Jan Post was stoker op de gasfabriek. Later, toen de boel
was overgenomen door het GZW was Post bij de overname inbe
grepen. Hij kreeg een omscholing en kwam periodiek by mij op
m'n flat in Purmerend en bij talloze stadgenoten de geiser
controleren. Zijn loopbaan als stoker in de Rijper gasfabriek
verwisselde hij op zondagavonden voor een heel andere stiel.
Dan was hij, tydens dans- en toneelavonden portier bij
"Ootje"van Vliet in De Eendracht. Glimmend van de wasbeurt
met groene zeep en een dikke bolknak in het hoofd, zodat
de danslustige jongelui hem begroetten met: "Val niet
voorover, Post".
In de oorlogsjaren heeft hij historie gemaakt. Zijn aanvraag
via het distributiekantoor voor een extra toewijzing
textielpunten, om een nieuwe overall te kunnen aanschaffen,
was afgewezen. Post reageerde erop door zich terstond naar
het distributiekantoor (nu restaurant "Vivaldi") te begeven
in zijn deerlijk gehavende oude overall en de ambtenaren ach
ter de getraliede balie de historische woorden toe te voe
gen: "Moet hier een naaktloper kom'n?"
En dan had je Piet Visser. Gasfitter meen ik, was zijn stiel.
Maar hij haalde ook de muntjes op uit de gasmeters in De
Rijp. Ter afwisseling pompte hij water uit de gasbuizen
in de straat. Met een geelkoperen pomp. Dat water liet
hij over de klinkers weglopen. Het stonk gassig. Sommige
Rypers kregen er hoofdpijn van. Piet Visser niet. Hij hield
van een borreltje en nog meer van twee. Ik denk dat hij
ze als medicijn gebruikte. En als 't fanfare oefende,
onder leiding van Dirk Veenman, sloeg Piet Visser op de
grote trom. Dat klonk net als 's middags bij de gasfabriek:
pom-pom-pom—pom.
Cor Booy