Over hiltike, pikstront en nog meer bikkeltermen 30 boekhandel Els Kok, Rechtestraat 32, 1483 BD De Rijp.(Voor veraf wonende geïnteresseerden: schakel familie of kennissen in De Rijp in voor het afhalen, om verzendkosten te vermijden) In het Rijper museum wordt van 30 mei tot 1 september een kleine tentoonstelling ingericht in het opkamertje, ter ge legenheid van de verschijning van dit boek. Zaterdag 30 mei zijn Jan Deckwitz en Joyce Ennik er aanwezig om uw boek te signeren. U kunt er ook het boek kopen, eventueel met één of twee echte prenten zoals in het boek afgebeeld, die in beperkte oplage zijn gedrukt. Als aanvulling op het bikkel-artikeltje in de vorige Chrony- ke eerst een correctie: een bikkel was oorspronkelijk geen botje uit een pootgewricht van een varken (ook al kon dat er wel voor dienen), maar uit een pootgewricht van een schaap Zoals zoveel spelletjes die in het hele land werden gespeeld verschilden de termen van streek tot streek. Zo las ik in het "Woordenboek der Zeeuwse dialecten" (uitgave Van Goor Zonen Den Haag, 1964) dat de vier termen bij het keren van de bikkels (putter, rugger, staander, es) in die provincie luidden: Putter, balter, stoa, strons. Dat wil zeggen, op Walcheren. Op Zuid-Beveland heetten ze putters, ruggers, standers, trompers. Maar in sommige plaatsen op Zuid-Beve land werden de trompers ook wel esjes of gladders genoemd. Op Duiveland luidden de termen putter, rugger, stander, vloere. Het balletje of de knikker had bij de Zeeuwen ook een eigen naam."Bolleket" was vrij algemeen gangbaar, maar in sommige plaatsen in Zeeuws Vlaanderen werd het "merpel" genoemd. De naam "bikkelen" werd trouwens ook niet overal gebezigd. Het was ook wel "pikkelen", maar in tal van Zeeuwse plaat sen werd het "hilteke" of "haeletikke". Het Woordenboek der Zeeuwse dialecten wijdt maar liefst ruim twee pagina's aan de verschillende bikkeltermen en de manieren waarop het spel werd gespeeld. Evenals mevrouw Bankersen in ons vorige nummer vertelde, vermeldt het woor denboek dat het spel als regel werd gespeeld door meisjes, op een hardstenen (zerken) stoep. Het werd in de zomer ge speeld. De begintijd lag omstreeks pinksteren.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1992 | | pagina 14