De „overval" in Schermerhorn
ILLEGALITEIT OP HET SCHERMEREILAND
26
"Mijn naam is Kees Huisman. Ik ben getrouwd met Koos je Groot.
Zij is afkomstig van de voormalige kalkovens "Dillenburg" bij
De Rijp.
Halverwege de oorlogsjaren ben ik, door haar, in contact ge
komen met de verzetsgroep in De Rijp. De leiding ervan be
rustte bij pater Van Baarsen. De commandant voor de actvi-
teiten "in het veld" was Willem Woestenburg. Die activitei
ten betroffen in hoofdzaak het kraken van bevolkingsregis
ters en wapentransporten. We waren niet betrokken bij drop
pings. Daar was een speciale afdeling voor, de CAT: centrale
afwerpterreinen.
We hebben wapentransporten verzorgd, uit de Purmer, naar De
Rijp. Meestal per bakfiets, maar de eerste keer op de fiets.
Zo kregen we ook onze eerste karabijnen. Een schoffel en
een hark aan de stang van de fiets gebonden en daar een zak
omheen. In de zak zat de karabijn. In de fietstassen de hand
granaten en daar aardappelen bovenop.
Die karabijnen hadden we speciaal aangevraagd. Willem, die
in dienst was geweest, wilde langdragende wapens, voor
het geval dat we onze "vesting" moesten verdedigen. Dat was
"Dillenburg". De plaats van waaruit onze ondergrondse opera
ties werden uitgevoerd.
Het kraken van de bevolkingsregisters werd nodig toen de
Duitsers mensen gingen oppakken voor de Arbeitseinsatzdie
zich niet hadden gemeld. Het begon met de overval van het
bevolkingsregister van Amsterdam, in maart 1 maar daar
deden wij natuurlijk niet aan mee. Dat was ver v i waar
schijnlijk een Amsterdamse KP-groep.
Je deed overigens als verzetsgroep nooit da overval in je
eigen woonplaats. Die op het raadhuis van De Rijp is gedaan
door de groep Deemster, waarmee we wel contact hadden. Of
Graft wèl door onze groep is gedaan, weet i< niet meer.
Het resultaat, de kaartenbakken, <wam wel bij ons terecht.
Wij hebben de kraak gezet in Crootscherner en in Schermer
horn. Die in Grootschermer was een moeilijke. Daar zat
een foute burgemeester, die als enige in bezit was van
de sleutel van da kluis, waar de persoonsbewijzen en het be
volking sregir ^r in waren opgeborgen.