5
Brandend wiel
Möller, die zijn verhaal begint met:
"Hoken her jit nönt fan Pithersdai en Biikebrenen jert?
Dit maast en wun'erk mensk wiss!" y
Letterlijk vertaald: "Wie heeft nog niet van Piétersdag en Be-
kemen gehoord? Dit moet een wonderlijk mens wezen!"
Het verhaal gaat verder:"Want om Sint Pieter te vieren, daar
voor moet je een grote bek.em oprichten. Dat is een oud gebruik
op Sylt, dat vele honderden jaren oud is en we hopen dat het
nog vele honderden jaren zal blijven".
Taanman's artikel grijpt dan terug op oudgermaanse tijden .waarin
het gebruikelijk was, wanneer in februari de kracht van de
winter was gebroken en de lente nabij, dat de heidense Friezen
dan een groot offer brachten aan hun goden met daarop volgend
een grote gezamenlijke maaltijd.
Men ging naar een heuvel buiten het dorp. Daar werd een grote
hoop hout en stro, de bekem, gestapeld en bovenop die stapel
werd een man van stro geplaatst, die de boze winter moest
voorstellen. De bekem werd in brand gestoken en rondom de heu
vel dansten de mensen, jong en oud. De jongens namen dan een
bos 'stro en staken die in brand aan het bekemvuur. Daarna
renden ze ermee over de akkers om de boze geesten te verdrijven
en om de lente te doen ontwaken.
Het gebeurde ook wel dat ze een wiel met stro omwonden, het in
brand staken en zo van de heuvel naar beneden lieten rollen,
om aldus de velden vruchtbaar te maken.
Volgens Taanman was het ook gebruikelijk dat jong en oud
door de vlammen sprongen, omdat het bekemvuur heilig was en je
gezond maakte, dan wel beschermde tegen ziekten. Dit deden wij
ook, in onze jeugdige overmoed, als de vlammen niet meer
zo hoog waren en de bekemhoop eigenlijk nagloeide. Maar wij de
den het meer als een "kijk eens wat ik durf", dan als afweer
tegen ziekte en zeerte...
Rektor Moller vermeldt in zijn verhaal dat omstreeks 1800 op
Sylt nog om de bekem werd gedanst en dat in die tijd de stropop
was vervangen door een teerton
Taanman vermeldt in aansluiting daarop dat een eeuw geleden in
Heiloo ook nog een pop van stro boven op de bekem werd mee-
verband en dat in Bergen vroeger op 23 februari een brooduit
deling aan alle kinderen plaats vond. Deze zou nog herinneren
aan het oorspronkelijke bekem-maal.
Dat er bij die maaltijd ook werd gedronken, zou blijken uit