Uit Eisma's Rijper Courant van zaterdag 26 november 1932: Dr P. M. S. VAN LEEUWEN, (vervolg op binnenkant omslag achterzijde) Juist voor het afdrukken van ons vorig nummer hadden we nog gelegenheid om onze lezers mededeeling te doen van het plotseling overlijden van onzen gemeen tegeneesheer welke, midden uit zijn werk juist op zijn 53sten verjaardag door den dood aa.T zijn gezin werd ontrukt en den dag ran vreugd in rouw deed keeren en ook een van leedwezen bij die patiënten, die hem. tot hun huisdokter hadden gekozen en in hem' vooral in de ernstige gevallen een onvermoeid en zorgzaam arts vonden. Niettegenstaande hij vele perioden meegemaakt heeft, dat zijn eigenwerk den heelen mensch eischte, wist hij nog altijd tijd en lust te vinden om een leidende figuur te zijn in tal van zaken en vereenigingen, die zijn hulp of belangstelling vroegen. Hiervan getuigde mede, de enorme belangstelling welke Maandagmiddag bij de Teraardebestelling werd getoond, waarbij zoo velen de familie volgden om naar zijn laatste rustplaats te bre. ren hem, die voor het behoud van an- oefen zoo ontelbare malen ën 'vaak met*zoo groot succes gestreden nêett; en in die ernstige gevallen toonde hij zich den ervaren en kundigen werker. Onwillekeurig gaan onze gedachten terug naar 1916, toen hier een zware typhus-epidemie heerschte en een 40-tal patiënten in expres daarvoor aange voerde barakken moest worden ondergebracht, welke bij het Doopsgezinde Klooster werden opgesteld. Hij aanvaardde als gemeentegeneesheer daarvan de leiding en de verantwoordelijkheid en beiden bleken in geen betere handen geweest te kunnen zijn. Na maandenlangen strijd was de epidemie overwon nen en allen kwamen in hun gezin terug, ook zij: van wien men dit aelfsniet durfde hopen. Als eerste spreker trad bij de groeve onze Burgemeester naar voren, die hem namens de gemeenten De Rijp en Qraft den dank der ingezetenen bracht en van zijn groote waardeering getuigde, die voor den overledene ge voeld werd en de ontroering schetste door dit plotseling sterven teweegge bracht en de deelneming met de nabestaanden in dit hun groot verlies. Door Ds. P. Keuning werd het woord gevoerd. Spreker schetste met diep gevoelde bewoordingen welk verlies de overledene voor zijn weduwe en kin deren beteekent. Memoreerde de groote werkkracht, de warme belangstelling die deze bekwame medicus in zooveel ernstige gevallen voor zijn patiënten bezielde en karakteriseerde hem naar het Bijbelwoord i „de mensch ziet aan wat voor oogen is, maar Qod ziet het hart aan": zooals hij uiterlijk vaak stug en koel scheen, innerlijk een warm hart bezat voor zijn patiënten en voor al les wat zijn hulp vroeg.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1992 | | pagina 2