18 molenmakerij" wordt genoemd. De heer Blaauw, die ook aan de Tuingracht woonde, heeft eens gezegd dat de werf van Leeghwater is geweest. In 1935 is alles verkocht voor 1800 aan de heer Middelkoop van de melkfabriek "De Nieuwe Beemster". Er is daardoor veel verloren gegaan, maar niemand kon daar iets tegen doen. Het was ook wel wat men noemt "de geest van de tijd". En die tijd ("crisis") was financieel-economisch bar slecht. Het onder houd was een zeer onrendabele zaak! Maar jammer is het na tuurlijk wel. Dat brengt me op grootvader*s derde bron van inkomsten, zo als die wordt genoemd in "Hondenwagens Stapvoets": het opko pen en slopen van oude pakhuizen. Dat slopen was niet zijn beslissing. Hij deed het in opdracht en de verkoop van mate rialen die daarbij beschikbaar kwamen, leverde ook al niet veel op, zoals terecht in het boek wordt opgemerkt en zoals ook mijn vader, Klaas van Aken, me heeft verteld. W.van Aken, Hilversum De grote timmerschuur van Van Aken aan de haven.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1992 | | pagina 20