20
HOE EEN RIJPER MARSMAN IN HET ALKMAARSE TUCHTHUIS GERAAKTE
In "Hollands Noorderkwartier" 5e jrg.nr.3, van de Nederland
se Genealogische Vereniging, troffen we het volgende verhaal
aan over een gebeurtenis die zich o.a. in De Rijp heeft afge
speeld. Het is gebaseerd op gegevens van de heer
J.Marsman,Molenkade 13 te Noordscharwoude.
Op 23 september 1748 kompareerden Marijtje Roelofs, huisvrouw
en Philippus Marsman, broeder van Pieter Marsman, tesamen
met Michiel Glazekas, Claas Cornelis Visser, Claas Oostin-
diën, Teunis Maas, Meindert Kuijper en Anthonie Nieuweboer,
allen "gebuuren" van Pieter Marsman, voor schout en schepe
nen van De Rijp om te verklaren dat Pieter Marsman "sinds
enige tijd bezocht wordt met krankzinnigheid en razernij", en
een gevaar oplevert voor zijn vrouw en kinderen en andere
personen die in zijn nabijheid komen.
Zij verzochten daarom, de een als zijn vrouw, de ander als
zijn broeder, Pieter Marsman "in de hoop op beterschap" enige
tijd in het tuchthuis te Alkmaar of elders te "besteden".
De edele Jacob Groen, die als medisch doctor "gehoord"
was, verklaarde dat het verzoek "zeer gefundeerd" was en
"ten uijtersten noodzakelijk".
Schout en schepenen van De Rijp hebben daarop de vrouw en
de broer toestemming gegeven de zaak ten uitvoer te brengen.
En zo werd Pieter Marsman in het tuchthuis van Alkmaar ge
plaatst.
5 oktober 1748, dus 13 dagen later, verschijnt Marijtje Roe
lofs (nu ook Broekhuijsen genoemd; ze heette dus Marijtje
Roelofsd. Broekhuijsen) weer voor schout en schepenen, want
zekere Krijn Harrits, die te Hoorn was overleden, had haar
krankzinnige man eenderde van zijn nalatenschap vermaakt.
Marijtje nu kon niet aan deze nalatenschap komen, want zij was
daar niet voor gekwalificeerd. Zij verzocht daarom schout en
schepenen om "generale authorisatie" en "qualificatie in
debita forma". Dat lukte. Met de toestemming van schout en
schepenen verkreeg Marijtje Roelofs Broekhuijsen het recht in
deze zaak voor haar man op te treden als een rechtsgeldig
persoon. Zij mocht echter geen waardepapieren verhandelen of
onroerend goed kopen of verkopen.
Drie weken hierna komt Marijtje Roelofs Broekhuijzen nogmaals
voor. Het is dan 26 oktober 1748. Haar man zit dan ruim een
maand in het tuchthuis en zij verzoekt dan zijn vrijlating.