19 en Sijbrajrd. Booy), de kinderen uit het eerste huwelijk van Theun Schellinger en tenslotte de kinderen uit het eerste huwelijk van Cornelis Meijsen. Op zichzelf misschien niet zo bijzonder, maar doordat één van de meisjes Schellinger trouwde met een van haar "tafelbroers" Meijsen, heb ik wèl een bar ingewikkelde familie gekregen... Terug naar Jan en Antje Daarover nu niet. Het gaat me in dit verhaal altijd nog om de nazaten van Brand Los, de bulloper van WarderDaarom te rug naar Jan Brand Los en Antje Vooren, die niet onafgebro ken in de Starnmeer hebben gewoond, maar ook in De Woude en in de gemeente Uitgeest. Dat kan onder Marken-Binnen zijn geweest. Daar werd hun eerste dochter, Maartje geboren in 1814. Zij trouwde later met Dirk Graftdijk en woonde op de boerderij "Kikkerstein"(nu Gerard Jongens) in de Starnmeer. De tweede zoon van Jan Brand Los en Antje Vooren was Klaas Los, geboren in de gemeente Akersloot op 18 november 1818 en overleden 24 februari 1871. Hij is getrouwd ge weest met Alijda Dekker. Ze hebben gewoond aan de Oostdijk van de Schermer, waar Klaas ook is overleden. Met Alijda Dek ker is het tragisch afgelopen. Zij werd wegens krankzinnig heid onder curatele gesteld. Klaas en Alijda hadden zes kinderen, die allen getrouwd zijn geweest: Antje (met Pieter Kalis te Stompetoren)Jan (met Grietje Schermerhorn), Elizabeth (met Pieter Vader), Maartje (met Klaas Akkerman), Pietertje (met Tijmen Peereboom)en Cornelis, alias Manke Kees (met Cornelia Rol). De derde zoon van Jan Brand Los en Antje Vooren heette Dirk Los. Hij werd geboren 12 februari 1823 en overleed 2 novem ber 1868, was 22 april 1849 te Akersloot getrouwd met Aagie Ploeger en woonde z'n hele leven in De Woude. Zij hadden negen kinderen. Eén ervan was Cornelis Los, de overgrootva der van de neven Dick en Jan Los die nu nog in De Woude wonen. Deze Cornelis Los, geboren 18 november 1854, getrouwd op 25 april 1875 te Akersloot met Grietje Besse en 30 mei 1880 als weduwnaar hertrouwd met Neeltje Waterdrinker uit Oosthuizen, was op zijn oude dag ook min of meer de kluts kwijt. Voorbijgangers zagen hem op een avond op zijn tafel staan terwijl hij poogde de (elektrische) lamp uit te blazen en toen een gewaarschuwde zoon poolshoogte ging nemen,kreeg hij ten antwoord:"Ik wil te bed, maar dat verdomde licht wil niet uit!"

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1991 | | pagina 21