13 wordt gevierd tot gedachtenis aan Jezus Christus. Daarbij vulde een Waterlandse schrijver aan:"De gelovigen gebruiken meer dan brood en wijn. Zij ontvangen Jezus Christus zelf, met al Zijn weldaden en verdiensten en tevens, dat God ons ter verzoening den Zaligmaker heeft gegeven". Toen eens aan Hans de Ries werd gevraagd hoe de mens kan we ten dathij in God's genade staat, luidde zijn antwoord:"Door het gebed". Hij achtte dit een "samenspreking met God". Hans de Ries schatte na de Bijbel geen boek zo hoog als de "Imitatio Christi" van Thomas a Kempis. Ten tijde van Hans de Ries - en ook later, tot in deze eeuw - onderscheidde men drie stromingen onder doopsgezinden: de Fries-doopsgezinden, de Vlaams-doopsgezinden en de Water landse doopsgezinde gemeenten. Van deze drie waren de Wa terlanders de vrijzinnigen. Hans de Ries sloot zich bij hen aan. De Waterlanders waren de eersten onder de doopsgezinden die de oude talen gingen beoefenen en bestuderen om de Bijbel beter te kunnen begrijpen. De hierdoor ontwaakte be langstelling voor de wetenschap deed de Waterlanders ook uitzien naar mogelijkheden hun "leraren" (de leke-predikers) op te leiden. Hans de Ries werd, wat je zou kunnen noemen een typische doopsgezinde van zijn tijd: doopsgezind leraar en tevens ge neesheer. Drie van zijn tijdgenoten hebben op de zelfde ma nier geschiedenis gemaakt, te weten Anthony Roscius te Hoorn, Eduard Nabels te Rotterdam en Jan Willems in De Rijp. Als menslievend persoon besteedde Hans de Ries zijn vrije tijd aan het samenstellen van medicijnen. Hij bereikte in deze kunst, die toen al "chemie" werd genoemd, een aanmerkelijke hoogte. Op latere leeftijd verhuisde Hans de Ries van De Rijp naar Alkmaar. Ook op hogere leeftijd voelde hij zich nog steeds geroepen zieken te bezoeken. Van de armen wilde hij daarvoor geen geld; van de rijken slechts een geringe vergoeding. Van heinde en verre kwamen vakgenoten besprekingen met hem voeren. In zijn medische activiteiten vertoont hij overeen komsten met een tijdgenoot, Jacob Jan Graswinckel te Delft, die door de Alkmaarse schrijfster mevrouw Bosboom Toussaint beroemd is geworden als "de Delftse wonderdokter". In Alkmaar woonde Hans de Ries op de Laat 21, naast het toenmalige doopsgezinde weeshuis, nr. 23, een trapgevel.Op de plaats waar De Ries woonde staat nu een pand met een

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1991 | | pagina 15