Aaltje Zomer, vroedvrouw te Schermerhorn O Jat geen ïn IJzer oorHeen, overHoud ijven n, le dag" ;d stond verigens elage. 1 blz.14 ïamelijk ïklussen en. Met Leerlin- intstuk. ssysteem die een -dje was e kocht schel- laalders 1 dukaat val van ;e munt- munten- gulden, je,dub- n halve door de de hal- Noteringen in guldens, stuivers en penningen bleven in het begin van de 19e eeuw nog lang in zwang, nog ver na 1816. In het spraakgebruik hadden de oude namen een nog veel taaier bestaan. Ik hoor nog mijn grootvader spreken over daalders en vierduiten en hij zei 13 stuivers als hij 65 cent bedoelde. Trouwens, tegenwoordig hoor je nog wel dat iemand goed op zijn duiten past of zijn laatste oordje heeft ver snoept. We kunnen nog steeds een duit in het zakje doen en op de markt is onze gulden een daalder waard. J.Pielage Op 8 mei 1872 werd de vroedvrouw Maria Peper eervol ontslagen door de gemeenteraad van Schermerhorn. Aanleiding daarvoor was haar ziekte, die haar gedeeltelijk had verlamd en dus ongeschikt gemaakt haar beroep verder uit te oefenen. Na een sollicitatie-procedure volgde op 26 augustus 1877 de benoeming, door de raad, van Aaltje Zomer tot vroedvrouw van Schermerhorn. Aaltje Zomer was 26 juli 1855 te Bovenkarspel gehuwd met Cornelis Rooker, van beroep arbeider. Zij werden op 12 okto ber 1877, komende van Warder, ingeschreven in het bevol kingsregister van Schermerhorn. Aaltje was een dochter van Hendricus Zomer en Lijntje Kool haas. Zij was 31 mei te Bovenkarspel geboren. Haar vader was ondermeester en later tapper van beroep. Van haar moeder is bekend dat die naaister en later ook vroedvrouw was. Cornelis Rooker was een zoon van Teunis Rooker en Elisa- beth de Vries. Hij was 10 december 1812 geboren te Bovenkar spel. Zijn vader was schipper en na diens dood was zijn moeder van beroep turftonster. Eigen administratie Aaltje Zomer hield zelf haar administratie bij. Daaruit blijkt onder meer dat zij in 1878 49 kinderen ter wereld heeft geholpen. Haar verdiensten in dat jaar bedroegen 203,50. Het volgende jaar hielp zij bij 45 geboorten.Haar verdiensten bedroegen dat jaar 200,20. Van 1880 staan tot en met 2 oktober 26 geboorten geboekt. In het geboorten- boek vermeldde zij of de betreffende geboorten buiten de ge meente hadden plaats gehad, alsmede of het een "Rooms kind" betrof dan wel een doodgeboren kind.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1991 | | pagina 11