8 De afwerking nen van een driepoot die bij grotere heiwerken wordt ge bruikt. Op andere plaatsen wordt de proost algemeen "hoerejong" ge noemd. Een voor de hand liggende benaming voor iets wat in de verdrukking komt (paal en blok). Of hoerejong de oor spronkelijke benaming is, valt te betwijfelen, aangezien ook "hoerion" wel wordt gebruikt, een woord wat gemakkelijk is terug te leiden naar het Franse "horion", voor slag of stomp. Het effect van de klappen via een proost op de paal ging overigens vaak grotendeels verloren, doordat proost en paal dikwijls niet "in lijn" stonden. De paal was immers geheel aan het oog onttrokken. Evenals bij het handheien met de stelling, werd bij het heien met een los blok ook "gezongen", om het hei-ritme te bepalen. Dat ging als volgt: "Haal op die hei hij is gewassen al in de plassen al in de klei al in de grond daar staat'ie pront." Er waren ook wel ruigere liedjes, die bij het heivolk zeer geliefd waren. Zoals eerder gesteld was het boorgat gevuld met grondwater. Dit werd simpelweg eruit geschept met een conservenblikje aan een panlat, tot de paalkop weer enigszins te zien was. Vervolgens werden enkele staven betonstaal in de paalkop geslagen en dan werd snel het gat gevuld met beton, voordat het grondwater toestroomde. Daarmee was de funderingspaal gereed. De houten paal was onder het grondwaterpeil ge bracht en kon daardoor niet meer rotten. Het hele proces mocht vanaf het boren tot het bestonstorten niet worden onderbroken. Niet alleen vanwege het toestromende grondwa ter, maar vooral omdat de paal zich vastzuigt nadat hij niet meer wordt bewogen. Na verharding van het beton was een steunpunt verkregen waarop 2 tot 3 ton kon worden toegelaten. Het heien met een handhei was meestal een gevoelswerk, waarbij niet gekalenderd werd. Kalenderen was een meting en berekening waaruit de draagkracht van de paal kon worden

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1990 | | pagina 10