Bevrijding in Berlijn
13
De dankbare pastoor schriift ten s lotte "Di t feest heeft
zeker den band tusschen herder en parochie inniger ge
maakt. Allen werkten mede, ook de niet-katholieken".
J. Pielage
In het voorjaar van 1945, toen de Nederlandse bevolking
de hongerwinter achter de rug had, en het uit de oorlogs
berichten duidelijk werd dat de bevrijding naderde, zat
ik in Berlijn.
In juni 1943 was ik er, gedwongen, terecht gekomen. De
eerste maanden daar waren niet zo erg geweest. Ik was
ondergebracht, tesamen met 300 Neder landers Belgen
en Fransen, in een nieuw barakkenkamp in Berlijn-Jung-
fernheide. Begin september echter werden tijdens een
nachtelijke luchtaanval de barakken voor een deel door
brand verwoest. De rest werd zwaar beschadigd. We
werden overgeplaatst naar een oude danszaal, in het cen
trum van de stad. Die zaal was vergeven van de wandlui
zen, luizen en ratten. Enig voordeel was dat er op een
paar honderd meter afstand een prima schuilkelder was.
In die zaal hebben we gewoond tot begin maart 1945.
De fabriek waar ik moest werken, in Berlijn-Schöneberg
was onderdeel van het leger. Het eten was eerst redelijk,
maar naarmate de oorlog meer in voor de Duitsers nega
tieve zin verliep, werd het slechter. Doordat ik veel le
vensmiddelenpakketten kreeg toegestuurd, door mijn ou
ders, heb ik het tot de winter van 1945 niet slecht gehad.
Na het uitbreken van de spoorwegstaking in Nederland,
was het contact met thuis verbroken.
De luchtaanvallen op de stad waren moordend. Aanvanke
lijk alleen 1 s nachts, door de Engelsen. In de loop van
1944 begonnen de Amerikanen met aanvallen overdag.
Grote delen van de stad waren verwoest en uitgebrand.
Het ergste moest echter nog komen.
De hel brak los
Het winteroffensief had de Sowjettroepen Ebt Be rivTer de
Oder, bij Frankfurt en Küstrin gebracht, 80 km van het
centrum van Berlijn. De Amerikanen en Engelsen waren,
nadat zij de Rijn waren overgestoken, ook op weg naar
het hart van Duitsland.