19 'Dat is óók wat: nou hebben ze Jan Brceman doodgeschoten'.' "Daar is niets aan verloren meende Nico. Maar Aetse was er niet gerust op. "vVat te doen, als de moffen razzia gaan houden "Zorg in elk geval dat je joden weg zijn, vóór ze komen", raadde Nico. Naar dominee. Dominee Loysen werd in vertrouwen genomen en door hem kregen de joodse onderduikers, zes in getal (drie echtpa ren, familie van elkaar), een tijdelijk onderduikadres bij de familie Ott aan de Zuiddijk in de Beemster, dicht on der Purmerend. De verhuizing daarheen gebeurde in de nacht per fiets. Dat wil zeggen, er was eigenlijk maar één fiets en Aetse reed zelf op zijn transportfiets. Het werd een soort pen deldienst. Aetse, gewend aan de vracht van zijn mand vol kruidenierswaren boven het voorwiel, nam één van de da mes op de lastdrager reed haar een kilometer of zo in de richting van het nieuwe duikadres liet haar dan lopen en keerde zelf terug om dame nummer twee te halen, reed met haar een kilometer dame één voorbij zette dan mevrouw twee op de weg en ging mevrouw eén halen. De heren fietsten om de beurt een kilometer legden dan de fiets in het gras naast de weg zodat de achterop komende wandelaar hem naderhand kon overnemen. Enzovoorts. Onvergetelijke_ geur Eén van de mannen heeft mij, ZO jaar geleden, verteld: "Toen we eindelijk bij de familie Ott in huis kwamen, wat was cTat een verademing. Niet alleen was ons bange avon tuur achter de rug, maar ik zal mijn levenlang de geur niet vergeten die daar in huis hing: die mensen stookten vruchtbomenhout in de kachel. De heer Ott was fruitkwe ker. Het waren zulke vriendelijke mensen. Ze waren christenen. Er werd gebeden voor het eten en de Bijbel werd gelezen. Het was zo' n heel andere sfeer dan bij Aetse in huis. vVeet u, ik ben een liberale jood, maar zo als Aetse en zijn vrouw op elkaar konden vloeken en schel den. En wij hoorden alles woord voor woord, terwijl we op zolder zaten. Ze meenden het niet zo kwaad en ik ben hem nog dankbaar dat hij ons in huis heeft genomen, maar die twee weken bij de familie Ott waren voor ons een ver - ademing.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1990 | | pagina 21