8
Belgische vluchtelingen in De Rijp
nou", maar hij wist het ook niet. Ik dacht: weet je wat en
ik dook ondie de schelf, die op ruiter stokken stond. En
meteen siste een stem tegen me: "Sodemieter op". Daar
lag Kokkie Molenaar al. De schelf was zijn schuilplaats.
Dus toch maar zachtjes retireren. Steeds zorgend dat er
een schelf of de heg tussen mij en de moffen was. als ge
zichtsdekking. Zo ben ik naar de schuur van Dries Spaar-
man geslopen. Er lag een hoop los hooi op het zoldertje.
Daar ben ik onder gekropen, zo ver als ik kon.
Ik lag er ongeveer een uur, toen plotseling de deur werd
opengetrokken, tot mijn schrik. Ik dacht: daar komen ze.
Nou hebben ze me straks toch nog te grazen. Maar nee,
een vrouwestem riep: "Zit je hier, Willem?"
Ik dacht: ik ben Willem niet, dus kaken op mekaar. Maar
aan de andere kant van het houten schot, maar net tien
centimeter van mijn oor, riep een kerel: ".Ta, maar wie
zit er onder het hooi". Ik verschoot me lam. Het bleek
Willem Spaarman te zijn. En Cor Verdonk zat er ook. Het
was Willem' s moeder, de vrouw van Klaas Spaarman, de
schilder, die had geroepen.
Enfin, Willem en ik raakten aan de praat, door het schot
heen. Na een tijdje kwam Willem' s moeder waarschuwen
"Als jullie veilig willen zitten, moet je wel je mond hou
den, want ik kan jullie hier buiten verstaan".
Het is beroerd afgelopen voor die twee jongens aan de
Noordeindermeerdijkmaar het had nog erger kunnen we
zen: de moffen hadden wel 20 mensen in Graft al tegen de
muur. omdat ze niet alle vliegers hadden kunnen pakken.
Het was een dag om ndéit te vergeten, van de angsten die
toen zijn uitgestaan".
Gedurende de eerste wereldoorlog hebben ook in De Rijp
Relgische vluchtelingen gewoond. Tn het F_ijper Nieuws-
en Advertentieblad van zondag 1 december 1918 nam één
van de betreffende families afscheid door middel van de
volgende berijmde dankbetuiging. (De tekst hebben we op
nieuw getikt, omdat facsimile-reproduktie niet goed moee-
lijk was door sterke verkleuring van het papier).